Sinds enkele jaren waart het rond op internet: er zit arsenicum in rijst en rijstwafels. Arsenicum klinkt – hoewel het een stof is die van nature in de aarde voorkomt – niet heel vrolijk. Google “arsenic toxic” en je krijgt maar liefst 10,7 miljoen (!) hits. Het werd vroeger veel gebruikt in pesticiden voor landbouwproducten; tegenwoordig kent het in de EU uitsluitend industriële toepassingen. Maar waarom is arsenicum (of arseen) nu zo schadelijk en worden we er in dermate aan blootgesteld dat het schade voor onze gezondheid oplevert?

Wat is arsenicum?

Arsenicum is metaal dat van nature in de aardbodem voorkomt. Arsenicum kent een organische variant (te vinden in bijvoorbeeld schaal- en schelpdieren) en een anorganische variant die in de bodem en in water voorkomt. Het verschil tussen organisch en anorganisch is een scheikundig verschil en in het algemeen wordt het anorganische arsenicum beschouwd als zeer toxisch (4,7,10). Arsenicum wordt beschouwd als een ‘zwaar metaal’. Dit houdt in dat het zich kan ophopen in het lichaam en daar op lange termijn schade kan aanrichten (9). Arsenicum wordt gebruikt in de metaalindustrie, voor de productie van glas, in de houtindustrie, in de textielindustrie en voor de productie van papier. Ook wordt het in beperkte mate gebruikt in de farmaceutische industrie (4).

Op welke manier worden we blootgesteld aan arsenicum?

De gehaltes aan arsenicum in de bodem en in het water verschillen sterk per land. In landen als Argentinië, Bangladesh, Chili, China, India, Mexico en de Verenigde Staten is het gehalte aan arsenicum in het grond water relatief hoog. De hoofdoorzaak hiervan is vervuild grondwater, onder andere door het gebruik van pesticiden (7). In de Europese Unie is het gebruik van arsenicum bevattende bestrijdingsmiddelen overigens verboden (4). Niettemin is er ook in Europese Unie een groot verschil in blootstelling aan arsenicum tussen landen, bevolkingsgroepen en leeftijdsgroepen (3,4). De European Food en Safety Autorithy (EFSA) heeft onderzoek gedaan naar de blootstelling aan arsenicum. Daaruit bleek dat de voornaamste bron van de arsenicumintake bij volwassen ‘grain-based processed products’ waren. Oftewel, bewerkte granen. Rijst valt hier niet onder. Andere belangrijke bronnen waren rijst, zuivel en drinkwater. Bij kinderen waren die bronnen respectievelijk zuivel, water en bewerkte graanproducten. Echter, de EFSA erkent hierin dat er flaws zijn te detecteren in de consumptie van rijst in deze jonge populatie (3). Onderzoek uit de VS wijst uit dat de bruine rijst (siroop) een grote factor is in de totale blootstelling aan arsenicium bij jonge kinderen (1). Overigens bevatten ook planten en vlees in beperkte mate arsenicum. Immers, planten slaan mineralen op in hun wortels en dieren eten de planten en drinken water dat arsenicum bevat (2,3).

arsenicum

Hoe gevaarlijk is arsenicum?

Dat een overmatige blootstelling aan anorganisch arsenicum gevaarlijk is, daar zijn de deskundigen het wel over eens. Arsenicum wordt opgeslagen in de weefsels van de lever, nieren, hart, longen, spieren en zenuwstelsel. Overmatige inname kan dan ook uiteenlopende gezondheidseffecten hebben, van schade aan het zenuwstelsel tot diabetes type II en van leverfalen tot hartaandoeningen (3,7, 10). Daarnaast erkent de Wereld Gezondheids Organisatie dat anorganisch arsenicum een carcinogene (= kankerverwekkende) stof is (7). Kortdurende overmatige blootstelling leidt tot misselijkheid, braken, buikpijn en diarree. Aangezien baby’s en kinderen een laag lichaamsgewicht hebben en de blootstelling van (giftige) stoffen wordt bepaald op gram per kg lichaamsgewicht lopen kinderen het grootste risico op een overmatige blootstelling aan zware metalen waaronder arsenicum (2, 3,4). Vanwege deze effecten is de “provisional tolerable weekly intake (PTWI)” (maximaal acceptabele wekelijkse inname) dan ook in recente wetgeving vanuit de Europese Unie verlaagd (6,8).

Hoe groot is het risico voor mij?

Voor volwassenen is een overmatige blootstelling aan arsenicum relatief klein, tenzij er sprake is van een overmatige consumptie van rijst afkomstig uit Aziatische landen (2,3). Voor zeer jonge kinderen is het risico aanzienlijk groter (1,2,3,4,7). De EU stelt in haar nieuwe regulering dat: “Huidige data aantonen dat rijstwafels en –crackers hoge gehaltes van anorganisch arsenicum kunnen bevatten en dat deze producten een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan de blootstelling aan arsenicum van jonge kinderen. Daarvoor is het nodig om een specifieke maximum hoeveelheid voor deze doelgroep te overwegen”. Tevens: “Aangezien rijst een belangrijk ingrediënt is voor een wijd assortiment aan kindervoedingsproducten zal een maximum hoeveelheid voor deze doelgroep moeten worden vastgesteld” (5,6).

Conclusie

Overmatige blootstelling op lange termijn aan anorganisch arsenicum is zonder twijfel schadelijk. Voor jonge kinderen vormen rijstbevattende producten het grootste risico. Ook wat dit betreft is variatie het codewoord. Niet elke dag rijst, niet elke dag rijstwafels. Wissel het af met andere granen en plantaardige producten. Zo kan de blootstelling aan arsenicum zo laag mogelijk worden gehouden.

Bronnen

  1. Wilson, D. Arsenic consumption in the United States. J. Environ. Health 2015. Oct;78(3):8-14.
  2. Voedingscentrum. Kan ik veilig rijst en rijstwafels aan mijn kind geven? Geraadpleegd op 07-06-2016 via
  3. EFSA. Dietary exposure to inorganic arsenic in the European population. EFSA Journal 2014. 12(3): 3579
  4. EFSA. EFSA panel on the contaminants in the food chain. EFSA Journal 2010. 7(10): 1351
  5. EU. Commission Recommendation (EU) 2015/1381 of 10 August 2015 on the monitoring of arsenic in food. Official Journal of the European Union. L 213/9
  6. EU. Commission Regulation (EU) 2015/1006 of 25 June 2015 amending Regulation (EC) No 1881/2006 as regards maximum levels of inorganic arsenic in foodstuffs. Official Journal of the European Union. L 161/14
  7. WHO. Arsenic. December 2012, factsheet 372.
  8. WHO. Evaluations of the Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives (JECFA), 2011. Report TRS 959-JECFA 72
  9. Voedingscentrum. Zware metalen. Geraadpleegd op 07-06-2016 via
  10. Singh et al. Mechanisms pertaining to arsenic toxity. 2011. Toxicol Int. Jul-Dec; 18(2): 87–93