Zeer recent startte de organisatie Foodwatch een petitie tegen de verkoop van producten met bepaalde AZO kleurstoffen, de “Southampton Six”. Tijd om op onderzoek te gaan. Wat zijn en doen die kleurstoffen nu precies en hoe groot is de omvang van het probleem?
AZO kleurstoffen
AZO kleurstoffen zijn een groep synthetische kleurstoffen met een overeenkomstige chemische verbinding. AZO kleurstoffen blijven in tegenstelling tot veel natuurlijke kleurstoffen stabiel bij blootstelling aan hitte, licht en zuurstof. Dit gegeven maakt dat ze toepasbaar zijn in zeer veel verschillende levensmiddelen. Ze zijn felgekleurd en worden daarom toegepast in snoep, frisdranken en alcoholische dranken (9). AZO kleurstoffen hebben een E-nummer daar ze veilig zijn bevonden om toegepast te worden in levensmiddelen door de European Food Safety Authority (EFSA) en het Europees Parlement (7).
Veiligheid AZO kleurstoffen
In 2008 heeft de EFSA de veiligheid van het gebruik van deze AZO kleurstoffen heronderzocht. De conclusie van de EFSA in haar rapport uit 2010 (5) op basis van de beschikbare literatuur was dat het aantal gevallen van voedselintolerantie als gevolg van het gebruik van AZO kleurstoffen zeer klein was. In de gevallen van voedselintolerantie reacties ging het om urticaria (galbulten), opvliegers in het gezicht, zwellingen rond de ogen en hogere hyperactiviteitscores in kinderen. Het statement van het EFSA panel was echter dat: “it is unlikely that oral consumption of the food colours under consideration, either individually or in combination, would trigger severe adverse reactions in human subjects at the current levels of use.”
De EFSA heeft in haar review ook de Britse onderzoeken uit 2004 (2) en uit 2007 (3) meegenomen. Het onderzoek uit 2007 toonde aan dat kinderen van 3 jaar oud en van 8/9 jaar oud een hogerehyperactiviteitscore hadden bij het gebruik van een mix van de verschillende AZO kleurstoffen als ook de niet AZO kleurstof E-104 (chinolinegeel) en benzoëzuur (een conserveringsmiddel met Enummer E-210). Deze studies gingen de boeken in als de Southampton studies en de onderzochte kleurstoffen als de “Southampton Six”. Volgens de EFSA viel er uit de onderzoeken onmogelijk te concluderen dat de consumptie van de individuele kleurstoffen zou leiden tot hyperactiviteit. Dit omdat er in alle gevallen een mix van kleurstoffen werd gebruikt.
Toch was de tweede Southampton study voor het Europees Parlement voldoende om de conclusie van de EFSA gedeeltelijk naast zich neer te leggen en de beslissing te nemen dat er vanaf 2010 op de etiketten van producten met de E-nummers E-102, E-104, E-110, E-122, E-124 en E-129 een waarschuwing moest komen (7,8). Die waarschuwing luidt: “(E-nummer) kan de activiteit of oplettendheid van kinderen nadelig beïnvloeden.”
Resultaten uit andere onderzoeken
Na de Southampton study zijn er verrassend weinig nieuwe onderzoeken gedaan om het verband aan te tonen tussen hyperactiviteit / ADHD / concentratiestoornissen en de consumptie van kleurstoffen. Een meta-analyse uit 2012 (4) liet een verband zien tussen hyperactiviteit/concentratiestoornissen en de eliminatie van kleurstoffen maar dit effect was niet significant. Dit onderzoek concludeerde dat hoewel het effect niet significant genoeg was om een harde conclusie te kunnen trekken, het wel aanwezige effect wellicht te groot was om te negeren.
In een review uit 2011 (1) naar de relatie tussen ADHD en voeding werd geconcludeerd dat het gebruik van bepaalde voedingsmiddelen en –stoffen leidde tot meer hyperactief gedrag en dat eliminatie van die stoffen het tegenovergestelde effect had. Er werd echter ook geconcludeerd dat hoewel consumptie van kleurstoffen een rol speelde in het gedrag, geen enkel kind uitsluitend reageerde op deze kleurstoffen.
In een overzichtsartikel uit 2012 (6) werd geconcludeerd dat kunstmatige kleurstoffen niet de hoofdoorzaak zijn van ADHD maar dat deze in bepaalde gevallen kunnen bijdragen aan het bijbehorende gedrag; en dat de consumptie van kleurstoffen in sommige gevallen tot een dermate hyperactief gedrag kan leiden dat uiteindelijk de diagnose ADHD gesteld wordt bij een kind.
De omvang van het gebruik van de Southampton Six
Volgens Foodwatch worden er in de supermarkten nog tientallen producten verkocht met de Southampton Six kleurstoffen. Een kleinschalig eigen onderzoek wijst uit dat met name de snoepproducten van de A-merken (Redband, Katja, Fruitella, Mentos, Haribo, Look-o-Look, Klene) geen van deze kleurstoffen gebruiken. Daarentegen bevatten de snoepproducten van Holland Foodz vrijwel allemaal één of meerdere van de Southampton Six. Een opvallende bij de dranken zijn de limonadegazeuses van Raak (citroen, green lime) die E-104 en E-110 bevatten. Het merendeel van de grotere frisdrank-, limonadisiroop- en sapmerken bevatten echter deze kleurstoffen niet.
Conclusies
Zoals vrijwel alle geciteerde onderzoeken vermelden is het veel te kort door de bocht om te concluderen dat de consumptie van de Southampton Six leidt tot hyperactiviteit dan wel ADHD. Wel zitten er in de bestaande onderzoeken voldoende aanknopingspunten om te concluderen dat de consumptie van de kleurstoffen door kinderen in individuele gevallen kan leiden tot verandering in het gedrag. Op dit moment is er echter te weinig bekend over met name de ingenomen dosis, langdurig gebruik , combinaties van de kleurstoffen en consumptie in combinatie met andere stoffen in de voeding. Nader onderzoek zal zich op deze punten moeten richten.
Hoewel er inderdaad producten in de supermarkten verkocht worden die de bewuste kleurstoffen bevatten zijn er meer dan voldoende alternatieven beschikbaar. Zolang er nog onduidelijkheid is over het effect van deze kleurstoffen op zowel individuele gevallen als de gehele populatie, er reeds een waarschuwing op het etiket staat én er voldoende keuzevrijheid is lijkt een volledige ban wat ongefundeerd. Te meer omdat de producten die de Southampton Six niet in de categorie basisvoeding vallen. Snoep en frisdrank zijn sowieso geen producten die gezond zijn voor een kind en het blijven de ouders die verantwoordelijk zijn voor wat en hoeveel een kind ergens van eet.
Het blijft aan de producenten zelf om te besluiten welke kleurstoffen zij toevoegen. De Britse Food Standards Agency (10) heeft een overzichtelijke richtlijn gemaakt om het gebruik van de bewuste kleurstoffen te vervangen door meer natuurlijke kleurstoffen. Nederlandse producenten kunnen hiermee hun voordeel doen.
Bronnen
- Stevens L, Kuczek T, Burgess JR, Hurt EA, Arnold LE. Dietary sensitivities and ADHD: 35 years of research. Clin Pediatr 2011;50:279-293.
- Bateman B, Warner JO, Hutchinson E, et al. The effects of a double blind, placebo controlled, artificial food colourings and benzoate preservative challenge on hyperactivity in a general population sample of preschool children. Ach Dis Child 2004;89:506-511.
- McCann D, Barrett A, Cooper A, et al. Food additives and hyperactive behavior in 3-year-old and 8/9-year-old children in the community: a randomised, double-blinded, placebo controlled trial. Lancet 2007;370:1560-1567.
- Nigg JT, Lewis K, Edinger T, Falk M. Meta-analysis of attentiondeficit/hyperactivity disorder or attention-deficit/hyperactivity disorder symptoms, restriction diet, and synthetic food coloradditives. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2012;51:86-97.
- EFSA Panel on Dietetic Products, Nutrition and Allergies (NDA) (2010). Scientific Opinion of the appropriateness of the food azo-colours Tartrazine (E 102), Sunset Yellow FCF (E 110), Carmoisine (E 122), Amaranth (E 123), Ponceau 4R (E 124), Allura Red AC (E 129), Brilliant Black BN (E 151), Brown FK (E 154), Brown HT (E 155) and Litholrubine BK (E 180) for inclusion in the list of food ingredients set up in Annex IIIa of Directive 2000/13/EC. EFSA Journal 2010;8(10):1778
- Eugene L, Lofthouse N, Hurt E. Artificial Food Colors and Attention-Deficit/Hyperactivity Symptoms: Conclusions to Dye for Neurotherapeutics 2012; 9:599–609
- The European Parliament, 2008, Regulation (EC) No 1333/2008 of the European Parliament and of The Council of 16 December 2008 on food additives, Official Journal of the European Union, No 1333/2008 [L354] 16-33
- Het Europees Parlement, 2010, Verordening (EU) Nr 238/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 maart 2010 met betrekking tot het etiketteringsvoorschrift voor dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent en die bepaalde voedingsmiddelenkleurstoffen bevatten. Publicatieblad van de Europese Unie L75/17
- Saltmarsh, M (2000). Essential Guide to Food Additives. Leatherhead Food RA Publishing, pp. 1-322.
- Food Standards Agency (2011). Guidelines on approaches to the replacement of Tartrazine, Allura Red, Ponceau 4R, Quinoline Yellow, Sunset Yellow and Carmoisine in food and beverages
Geef een reactie