“Hoogleraar: natuurlijk voedsel is ongezond” kopte het Algemeen Dagblad afgelopen zaterdag (2). Zoals te verwachten viel bracht dat een enorme (online) discussie op gang waarbij de meest ongefundeerde meningen en argumenten de revue passeerden. Ook RTL Late Night was de discussie niet ontgaan en nodigde de hoogleraar in kwestie, Tiny van Boekel, uit om zijn zegje te kunnen doen. Dat niet hij maar vooral de overige gasten – vast uitermate deskundig op het gebied van voeding – hun mening mochten spuien was dan weer wel een beetje jammer (1). Ook ik kreeg vragen van kritische cliënten en studenten. Nu de grootste stofwolken zijn opgetrokken lijkt het mij een uitgelezen moment om met een open vizier naar de inhoud – in plaats van de kop – van het artikel te kijken.

Interviews

Met interviews is het altijd maar de vraag hoe selectief de weergave is in het artikel ten opzichte van het hele gesprek. Daarnaast is de kop van het artikel ook ontzettend ongelukkig gekozen en dekt de weergave van het artikel niet (2). Verder lezen dan de in chocoladeletters gedrukte kop loont dus altijd de moeite, zeker als het over populaire onderwerpen als voeding gaat.

De context

De daadwerkelijke inhoud gaat over de misplaatste hysterie als het gaat om bewerkte producten en om E-nummers . “E-nummers”, “kunstmatig” en “bewerkt” zijn termen die we niet willen horen als het om het voedsel gaat. Tik maar eens “E-nummers” in op Google. Grote kans dat Google himself het meteen aanvult met de termen “schadelijk” en “gevaarlijk”. Dat is natuurlijk best vreemd voor stoffen die ook heel natuurlijk kunnen zijn. Want wie denkt dat alle E-nummers kunstmatig zijn heeft het mis. Zo onnatuurlijk zijn pakweg vitamine C, vitamine E en lycopeen echt niet (3). Bij de wel kunstmatige varianten is het misschien óók wel goed om stil te staan bij het feit dat het de meest systematisch onderzochte stoffen in onze voeding zijn (4). Daarom hebben ze ook een E-nummer gekregen: het is een veilige, goedgekeurde hulpstof die bijdraagt aan de houdbaarheid, kleur, smaak en houdbaarheid van het product.

Overige toevoegingen

Natuurlijk zitten er naast E-nummers ook vaak andere toegevoegde stoffen in bewerkte producten. Te denken valt aan suiker en zout. Het klopt dat deze toevoegingen in het artikel van het AD wat worden onderbelicht en dat dit wellicht deel was van de reden van de massale verontwaardiging. Immers, zowel de WHO als de Gezondheidsraad adviseren de inname van toegevoegde suikers en de inname van zout zoveel mogelijk te beperkten (5,6). Maar ook bij die verontwaardiging is het gepast om eerst eens in de spiegel te kijken. De toevoegingen – dus ook zout en suiker – dragen bij aan de smaak van het product. Als het niet lekker is, kopen we het niet. Dus in hoeverre is het de schuld van de producent? Als we eens naar de cranberries van AH kijken die het Gouden Windei hebben ontvangen (7). Daar was behoorlijk veel suiker aan toegevoegd. Waar. Misschien wel erg veel. Ook waar. Maar letterlijk niemand had die cranberries gekocht als er géén suiker aan toegevoegd was. Smaak is immers een belangrijke leidraad voor ons koopgedrag (8).

Houdbaarheid verlengen

Maar niet alleen de smaak is een reden om stoffen toe te voegen. De verlenging van de houdbaarheid is een andere belangrijke reden. De houdbaarheid van producten verlengen is iets wat in de oudheid al gebeurde. Denk aan pekelen, drogen, inmaken (9). Tegenwoordig hebben we technieken – zoals het toevoegen van E-nummers – waardoor de kwaliteit en de voedingswaarde van producten behouden blijft. Ook hierbij is het de moeite waard om kritisch naar je eigen koopgedrag te kijken. Koop jij bijvoorbeeld vleesbeleg wat bruin begint te kleuren? Of neem je dan liever het pakje eronder wat nog mooi roze is? Wellicht niet meer verrassend: die mooi roze kleur komt door de toevoeging van E-nummers.

De consument

Wat de professor in het stuk probeerde aan te geven is dat het lastig is voor de consument zelf om de kwaliteit en daarmee óók voedingswaarde te behouden van verse producten. Dat wil niet zeggen dat het niet kan maar dan zal je er niet aan ontkomen om bijna alles rechtstreeks bij de boer te halen én het meteen te bereiden. Niet heel haalbaar voor de normale werkende mens. De gedachte van: als ik het maar vers koop (en ondertussen nog wel 3, 4 dagen in de koelkast bewaar) dan is dat per definitie beter dan wanneer het ‘bewerkt’ is gaat dus (vaak) niet op. Bewerking zorgt voor verlenging van de houdbaarheid en tevens voor het behoud van de voedingswaarde. Zoals professor van Boekel in het AD artikel al aangaf: probeer maar eens een doperwtje zo perfect te bereiden dat het nog álle voedingsstoffen bevat.

Vers versus bewerkt

Voordat iedereen denkt “dit stuk is een pleidooi om bewerkt voedsel te eten”: nee dat is het zeker niet. Natuurlijk is het goed om te streven naar een voedingspatroon met verse producten – zeker als je daarmee de omslag maakt van ongezonde producten (koekjes) naar gezonde producten (fruit, groente). Maar om die omslag voor alle consumenten mogelijk te maken is ook een drastische omslag in het voedselsysteem nodig en dat is een nogal ingewikkelde economische en politieke kwestie (9). De weg van ons voedsel van de producent naar de consument is onnatuurlijk lang wat het gebruik van toevoegingen noodzaakt. Onze voeding zal voorlopig – en wellicht voor altijd – een mix blijven van vers en bewerkt voedsel en daar is dus in principe qua veiligheid en gezondheid niets mis mee.

Bronnen

  1. RTL Late Night. Kant-en-klaar maaltijden zijn even gezond als verse. Geraadpleegd op 10-02-2016
  1. Algemeen Dagblad. Hoogleraar: natuurlijk voedsel is ongezond. Geraadpleegd op 06-02-2016
  1. Voedingscentrum. E-nummers. Geraadpleegd op 06-02-2016
  1. EFSA. Food additives
  1. WHO. Sugar guidelines for adults and children. Geraadpleegd op 10-02-2016
  1. Gezondheidsraad. Richtlijnen Goede Voeding 2015. Geraadpleegd op 09-02-2016
  1. Foodwatch. Albert Heijn Cranberries winnen Gouden Windei. Geraadpleegd op 09-02-2016
  1. Ridder de, D. De Grote Voedselverleider. Uitgeverij Bert Bakker, 1e druk. ISBN 9789035136342
  1. Tansey, T. The Food System. Uitgeverij Earthscan, 5e druk. ISBN 9781853832772