De FIT methode is een ‘stappenplan voor een gezond lichaam, samengesteld door personal trainers, sportdiëtisten en wetenschappers’. Klinkt veelbelovend, dus tijd om in het voedingsgedeelte te duiken.
FIT methode: Voedingsregels
Het voedingsgedeelte van de FIT methode begint met 10 voedingsregels. Regel 2 is veel groente eten. Super regel natuurlijk! De richtlijn is 200 gram groente, maar “wij adviseren 300-400 gram”. Hier begint de twijfel een beetje toe te slaan. Waarom dan? Ook mag je niet teveel banaantjes eten volgens regel 3, eet fruit. Al die fruitsuikers hé. Maar omdat je sport en dus meer energie verbruikt mag je wel 300 gram fruit eten in plaats van de aanbevolen 200 gram. Ho wacht even, ik denk dat we hier ‘sporters’ en ‘de gemiddelde sportende Nederlander’ wel even moeten onderscheiden. Sporters verbruiken inderdaad meer energie dan niet-sporters. Maar de gemiddelde sportende Nederlander sport om het energieverbruik na een dagje kantoorzitten nog een beetje op pijl te houden. Die verbruikt niet zoveel ‘extra’ energie. Echt niet.
De macronutriënten: eiwitten
Goed, met de regels geen optimale start gemaakt maar wellicht doet de rest van het stuk veel goeds. Als eerste worden de macronutriënten onder de loep genomen met de eiwitten als startpunt. De vraag maakt het uit wanneer je eiwitten neemt wordt beantwoord met ja en nee. Er is algemene wetenschappelijke consensus dat dit wel relevant is voor sporters (sporters, dus niet specifiek de gemiddelde sportende Nederlander). Ook zit er wat tegenstrijdigheid in het stuk. Als je genoeg eiwitten inneemt vóór je training heb je waarschijnlijk genoeg eiwitten om goed te kunnen herstellen na je training. Maar je moet na je training wel goed eten om te herstellen. Goed. Ook is het jammer dat er één bron wordt aangehaald over professionele bodybuilders waarbij aangetoond wordt dat spreiding van de eiwitinname over de dag gunstiger is voor de eiwitsynthese en spieropbouw/spierbehoud terwijl er tientallen bronnen zijn die de gunstige effecten aantonen in meer representatieve sportende populaties. Representatiever voor de ‘gemiddelde sportende Nederlander’, waarvan het overgrote deel geen bodybuilding ambities heeft. Ook het deel dat het aminozuur leucine de beperkende factor is voor spieropbouw (waar) en dat granen een hoog leucinegehalte hebben (ehm, nee?) doet de wenkbrauwen wat fronsen. Ook ben ik wel super benieuwd wat er bedoeld wordt met de zin dat je meer dan 30 gram eiwit per eetmoment kan opnemen. Verteren? Ja dat lukt wel. Effectief gebruiken om spiermassa te creëren? Nee, dat lukt niet. Bij die gemiddelde sportende Nederlander.
De macronutriënten: koolhydraten
Over naar de koolhydraten! We houden de moed erin. Absoluut pluspunt: koolhydraten worden niet afgeraden zoals tegenwoordig de nog altijd hardnekkige populaire trend is. Ook het feit dat benadrukt wordt dat niet koolhydraten, maar een positieve energiebalans de boosdoener is voor het ontwikkelen van overgewicht verdient een dikke pluim. Jammer is dan weer wel dat er een groot stuk wordt besteed aan de glycemische index, waarvan a) er in het stuk zelf wordt vermeld dat het dubieus is en b) het is aangetoond dat het niet toepasbaar is voor individuele personen. Immers, een voedingsmiddel wordt zelden alleen gegeten maar in combinatie met andere producten en wellicht is er nog maaginhoud van een vorig eetmoment. Ook het advies om hoog glycemische producten rondom trainingen te gebruiken is wat dubieus. Voor topsporters vast wel, voor de vanaf nu beruchte gemiddelde sportende Nederlander niet hoor. Die kan prima een uurtje sporten zonder een half pakje Dextro. En nog een klein dingetje: honing is géén gezondere bron dan suiker. En nog een laatste kleine dingetje: gewichtsverlies als gevolg van een koolhydraatarm dieet is in éérste instantie een gevolg van vochtverlies. Op lange termijn heeft het wel degelijk te maken met een negatieve energiebalans. Sommige mensen verliezen prima gewicht op een koolhydraatarm dieet en zijn ook prima gezond. Het hangt dus van het individu af of een koolhydraatarm dieet werkt of niet.
De macronutriënten: vetten
Aan de vetten wordt niet zo heel veel aandacht besteed. Het verschil tussen verzadigd en onverzadigd vet wordt uitgelegd. Pluspunt hier: kokosvet wordt – terecht – niet de hemel in geprezen. Vetten zijn er in vele soorten en maten en kokosvet is er één van. De onderzoeken die uitwijzen dat kokosvetten geassocieerd worden met gewichtsverlies zijn (extreem) slecht opgezet en gerapporteerd. Fijn dus dat de FIT methode aan deze hype geen boodschap heeft. Overigens zijn vetten ook een bron van vitamine K, en niet alleen van A, D en E. Kleinigheidje.
De micronutriënten
Voor een groep die zo’n belangrijke rol speelt in het gezond blijven, het functioneren van het lichaam én de sportprestaties worden ze nogal onderbelicht. De stelling dat alleen ondervoede mensen of post-menopauzale vrouwen baat hebben bij een multivitamine supplement is dan ook een uit de lucht gegrepen stelling. Ook wordt er geen uitleg gegeven bij het suppletie advies voor vitamine D (klopt overigens ook maar deels, én er wordt niet vermeld dat het ook in voeding zit) en vitamine B12 voor veganisten (handig om aan te geven dat het uitsluitend in dierlijke producten zit). Andere vitamines en mineralen worden niet behandeld terwijl bijvoorbeeld jodium (door exclusie brood, want brood is de duivel), zink en ijzer (vrouwen en sporters, speciaal vrouwelijke sporters) zeer relevant zouden zijn om een paar zinnen aan te besteden.
De supplementen
Het supplementen gedeelte toont aan dat het een echt fitness/krachttraining gericht programma is. Speciaal het creatine suppletie advies toont dit aan. Er wordt uitgegaan van de standaardaanbevelingen op het potje creatine verkrijgbaar in de sportschool of de drogist en niet op wetenschappelijke consensus. Ook hier is het “wij raden aan om 5-10 gram per dag te nemen en te verdelen over twee eetmomenten” een zeer vrije (kromme) vertaling van de literatuur. Jammer ook, dat er niet wordt vermeld dat creatine gebruik een relatief groot gehalte (10-30%) non-responders kent. Dat de eiwitshake voor de gemiddelde sportende Nederlander géén meerwaarde heeft boven een bakje kwark, daar wordt ik dan wel weer enthousiast over.
De schema’s en tabellen
Met het opstellen van generieke voedingsschema’s begeeft iedere boekschrijver zich op uitermate glad en pas gedweild ijs. Jammer dan ook dat de getallen van 10-20% minder eten om af te vallen geen bronvermelding of wetenschappelijke basis hebben. Ook de tool waar naar verwezen wordt om het metabolisme te berekenen geeft geen inzicht in de formule. Dus wat bereken je dan eigenlijk? Afhankelijk van de formule kan er 10-20% afwijking zijn tussen de daadwerkelijke energiebehoefte en de berekende energiebehoefte. De voorbeeldschema’s zijn gebaseerd op de klassieke 2500 kcal voor een man en 2000 kcal voor een vrouw aanbeveling waarbij ik oprecht de pannenkoeken met appelstroop lunch voor vrouwen niet helemaal begrijp. Tenzij het bedoeld is voor Desperate Housewifes-achtige types die de gelegenheid hebben om te sporten na hun lunch en verder weinig te doen hebben?
De wat en wanneer?
De wat en hoeveel is ook altijd een mooie basis van discussie Het klopt zeer zeker wat er geschreven wordt. Er is geen enkele wetenschappelijke basis om aan te nemen dat 6 keer eten per dag beter is dan 3 keer, of vice versa. Maar er wordt wel geadviseerd om 5 keer per dag te eten. Tja. Er worden ook adviezen gegeven voor voeding voor, tijdens en na een training. Ik ben zeer benieuwd naar de reden om dextrose na een training te nemen. Tenzij die ‘gemiddelde sportende Nederlander’ binnen 8 uur weer een duurtraining gaat doen is dat herstel- en lichaamssamenstellingtechnisch wel de minst gunstige optie. Ook de koolhydraatrijke snack na een krachttraining is wel behoorlijk in gerede twijfel te trekken. Een eiwitrijke snack is in deze situatie vele malen optimaler.
Conclusie
Over het algemeen leest het lekker weg maar heeft wel een heel hoog “het is eigenlijk A, maar voor het gemak kiezen wij lekker voor B” – gehalte. Dit leidt ook regelmatig tot tegenstrijdigheden. De oversimplificatie van veel onderwerpen spreekt de consument vast aan, dat zonder meer, maar ontdoet de bij vlagen inhoudelijk goede delen van hun wetenschappelijke basis en dat is een gemiste kans.
Beste Vera,
Jammer dat deze review zo’n negatieve klank moet hebben. Ik heb zelf het E-book beoordeeld voor publicatie en sta dan ook achter de inhoud. Ik val dan ook over een aantal punten die jij benoemd in je “review”.
– Regel 2 is veel groente eten. Super regel natuurlijk! De richtlijn is 200 gram groente, maar “wij adviseren 300-400 gram”. Hier begint de twijfel een beetje toe te slaan. Waarom dan? Waarom schrijft het voedingscentrum 250 gram voor terwijl de richtlijn vanuit de gezondheidsraad 200 gram is. Simpel, groente bevat veel voedingsstoffen en relatief weinig calorieën. Het eten van groenten laat duidelijk gezondheidsvoordelen zien. Dus mijn vraag aan jou: waarom is het erg dat we adviseren om meer groenten te eten?
– Ook mag je niet teveel banaantjes eten volgens regel 3, eet fruit. Al die fruitsuikers hé. Maar omdat je sport en dus meer energie verbruikt mag je wel 300 gram fruit eten in plaats van de aanbevolen 200 gram. Ho wacht even, ik denk dat we hier ‘sporters’ en ‘de gemiddelde sportende Nederlander’ wel even moeten onderscheiden. Als je de voedingswaarde vergelijkt van 100 gram banaan met 100 gram aardbei krijg je met aardbeien een stuk minder calorieën binnen. Je kan beter een grotere portie met weinig calorieën eten als je als de gemiddelde sportende Nederlander niet genoeg verbrand. Wel de vulling niet de energie. Liever dat extra stuk fruit dan een koek toch? En die 100 gram fruit wordt echt wel verbrand met een goed uurtje sporten.
– Ook jammer dat je niet de positieve punten van de tien punten gezond eten maar alleen het geheel negatief belicht.
– Eiwitten: Er is algemene wetenschappelijke consensus dat dit wel relevant is voor sporters (sporters, dus niet specifiek de gemiddelde sportende Nederlander). Steeds meer onderzoeken laten zien dat niet zo zeer de timing maar de hoeveelheid van invloed is. De window of oppertunity is achterhaald volgens de ontdekker van dit fenomeen. En het lichaam zou toch behoorlijk slecht functioneren als we altijd om de 2 uur 25 gram eiwitten moeten eten omdat het anders niet goed gebruikt wordt. Lijkt mij dat er dan iets in de evolutie fout is gegaan.
– Ook is het jammer dat er één bron wordt aangehaald over professionele bodybuilders waarbij aangetoond wordt dat spreiding van de eiwitinname over de dag gunstiger is voor de eiwitsynthese en spieropbouw/spierbehoud terwijl er tientallen bronnen zijn die de gunstige effecten aantonen in meer representatieve sportende populaties. Maakt dit het per definitie fout of wilde je gewoon weer negatief doen?
– Ook ben ik wel super benieuwd wat er bedoeld wordt met de zin dat je meer dan 30 gram eiwit per eetmoment kan opnemen. Verteren? Ja dat lukt wel. Effectief gebruiken om spiermassa te creëren? Nee, dat lukt niet. Bij die gemiddelde sportende Nederlander. Nogmaals achterhaald, kijk naar diëten als intermediate fasting.
– Jammer is dan weer wel dat er een groot stuk wordt besteed aan de glycemische index, waarvan a) er in het stuk zelf wordt vermeld dat het dubieus is en b) het is aangetoond dat het niet toepasbaar is voor individuele personen. Dit is toch juist positief? Mensen weten wat de GI inhoud maar ook dat het nog discutabel is. Je kan het er ook niet over hebben en dat mensen er vragen over blijven houden.
– Ook het advies om hoog glycemische producten rondom trainingen te gebruiken is wat dubieus. Voor topsporters vast wel, voor de vanaf nu beruchte gemiddelde sportende Nederlander niet hoor. Als je advies wil geven aan elke doelgroep wordt het wel een heel dik boek. Dit zag ik ook niet terugkomen in het boek van I am a Foodie.
– honing is géén gezondere bron dan suiker. Klopt, maar dit wordt ook niet zo letterlijk genoemd.
– En nog een laatste kleine dingetje: gewichtsverlies als gevolg van een koolhydraatarm dieet is in éérste instantie een gevolg van vochtverlies. Op lange termijn heeft het wel degelijk te maken met een negatieve energiebalans. Klopt als een persoon dit niet compenseert met andere voeding, iets met individu wat je benoemd? Benoem het hier dan ook niet als een algemeen iets.
– Voor een groep die zo’n belangrijke rol speelt in het gezond blijven, het functioneren van het lichaam én de sportprestaties worden ze nogal onderbelicht. Keuzes maken wat je wilt vertellen anders word het boek veel te dik. Jammer dat dat meteen weer als negatief belicht moet worden.
– klopt overigens ook maar deels, én er wordt niet vermeld dat het ook in voeding zit. Vitamines komen altijd in voeding voor, waarom moet dit los benoemd worden?
– Er wordt uitgegaan van de standaardaanbevelingen op het potje creatine verkrijgbaar in de sportschool of de drogist en niet op wetenschappelijke consensus. Nieuwe onderzoeken geven weer andere aanbevelingen dan eerder. Kwestie van met je tijd meegaan.
– Ook de tool waar naar verwezen wordt om het metabolisme te berekenen geeft geen inzicht in de formule. moet dit dan? Als je het over een voedingsstof hebt ga je toch ook niet de hele vertering benoemen?
– De voorbeeldschema’s zijn gebaseerd op de klassieke 2500 kcal voor een man en 2000 kcal voor een vrouw aanbeveling waarbij ik oprecht de pannenkoeken met appelstroop lunch voor vrouwen niet helemaal begrijp. Ten eerste wordt er advies gegeven hoe je de voedingswaarden kan aanpassen wat kloppend is voor de berekende behoefte, ten tweede kan je onmogelijk voor iedereen een passend schema maken tenzij je individueel mensen begeleid. Het is toch juist goed om een inzicht te krijgen hoe je op een dag gezond kan eten? En die pannekoeken, ik mag toch hopen dat je als diëtist niet alle ongezonde voeding verbied voor je cliënten? Waarom mag je dan niet iets lekkers benoemen als meerdere voorbeelden worden gegeven?
– Ook de koolhydraatrijke snack na een krachttraining is wel behoorlijk in gerede twijfel te trekken. Een eiwitrijke snack is in deze situatie vele malen optimaler. Wat dacht je van een hongerklop door een lage bloedsuiker, dat mensen direct door moeten na de training. En waarom is een eiwitrijke snack optimaler, aangezien de window of oppertunity achterhaald is?
– Over het algemeen leest het lekker weg maar heeft wel een heel hoog “het is eigenlijk A, maar voor het gemak kiezen wij lekker voor B” – gehalte. Dit leidt ook regelmatig tot tegenstrijdigheden. De oversimplificatie van veel onderwerpen spreekt de consument vast aan, dat zonder meer, maar ontdoet de bij vlagen inhoudelijk goede delen van hun wetenschappelijke basis en dat is een gemiste kans. Wil je alles op wetenschappelijk niveau uitgelegd hebben dat het merendeel de informatie niet meer begrijpt? Het is eigenlijk A …. is onzin, alles is goed wetenschappelijk onderbouwd waarbij gekeken is naar wat haalbaar is.
alles waar je iets negatiefs van kan maken afkraken in plaats van een algemeen beeld van het boek te geven noem ik geen recensie. Ik vind het dan ook vooral een klaagzang vanuit een alles wetend perspectief waarbij de auteur ook niet alles weet. Voeding is complexe materie en de FIT methode geeft over het algemeen een duidelijk inzicht wat op dit moment bekend is in de literatuur en hoe dit toe te passen naar het dagelijks leven. Ik hoop dat mensen door deze recensie heen kunnen kijken omdat ik ervan overtuigd ben dat het boek de juiste informatie levert en veel mensen kan helpen om gezonder te worden. En dat is iets wat we allemaal willen toch?
Ben het volkomen met neeke eens, dit is gewoon klaagzang. Dat je wat negatieve punten heb kan ik begrijpen maar je kan ook zeuren om het zeuren… terwijl de helft van het gezeur nergens op slaat.
Ik ben het wel eens over die pannenkoek omdat je ze niet moet stimuleren om slecht te etenn, want dat doen ze toch wel wanneer ze het willen en zo denken mensen nog dat een pannenkoek goed voor je is.
Verder zou ik gewoon wat minder klagen want je mag dan wel leraar zijn maar dat zegt niet dat je alles weet.
He,
Ik heb veel lopen twijfelen over het aanschaffen van de FIT Methode. Naast alle goeie reviews op het internet hield deze review mij bijna tegen tot het kopen van het Ebook. Gelukkig heb ik het toch gedaan.. De Fit methode was precies wat ik nodig had. Ik ben net begonnen met fitness en vooral voor beginners is het denk ik een heel goed boek. Ik heb zelf geen ander boek kunnen vinden met gewoon veel basis informatie wat ook nog wetenschappelijke onderbouwd is. 1 groot nadeel is het Ebook formaat. Ik had liever een echt boek gehad..