Een down-to-earth, prachtig vormgegeven en uitgebreid sportkookboek. Dit keer eens niet geschreven door een BN’er die zichzelf benoemd heeft tot deskundige. Het Sportkookboek is namelijk van de hand van de Vlaamse sportdiëtist Stephanie Scheirlynck. In Nederland geen bekende naam maar in de Vlaamse sportvoedingswereld des te meer. Zo begeleid(de) zij onder meer de wielrenners van de Lotto formatie en voetballers van RSC Anderlecht. Het sportkookboek is de geavanceerde en geüpgrade variant van haar wielerkookboek die enkele jaren geleden het licht zag maar in Nederland nauwelijks bekendheid heeft gekregen.

Principes van sportvoeding

Opvallend – in de goede zin van het woord – aan het kookboek is dat er eerst uitgebreid stilgestaan wordt bij de principes van sportvoeding. Niet alleen de macro- en micronutriënten en hun plaats in de voeding van een sporter worden besproken maar ook specifiekere aspecten zoals nuchter trainen, spierkrampen en vegetarische sportvoeding. Uiteraard blijft het beperkt tot de standaardrichtlijnen die niet heel sport specifiek zijn maar het geeft de sporter wel veel nuttige basisinformatie.

Na de uitgebreide introductie is het boek ingedeeld in 6 delen. Rustdag, een rustige trainingsdag, een intensieve trainingsdag, een dag met krachttraining, een wedstrijddag, voeding tijdens en na de inspanning. Elk van de zes delen wordt voorafgegaan door de belangrijkste aspecten die een desbetreffende dag kenmerkt. Vervolgens bevat elke dag recepten voor ontbijtjes, tussendoortjes, lunches en avondmaaltijden. De recepten zijn zoveel mogelijk op de kenmerken afgestemd. Zo bevat een ontbijt op een rustdag gemiddeld minder energie dan op een intensieve trainingsdag en bevatten de tussendoortjes op een dag met een krachttraining meer eiwitten dan die op een rustige trainingsdag.

het sportkookboek

Recepten & voedingswaarde

Bij het lezen van de recepten en met name de voedingswaarde valt wel één ding op: dit zijn zeker niet altijd recepten voor degene die 3 keer in de week in de sportschool staat. De tagliatelle met walnoten en limoen (lunch voor een intensieve trainingsdag) bevat maar liefst 920 kcal en 127g koolhydraten per portie. Het hoge energie- en koolhydraatgehalte in de meeste gerechten doet dan ook vermoeden dat de hoeveelheden meer afgestemd zijn op een (top)duursporter en minder op een kracht- of recreatieve atleet.

Handig is zeker wel dat naast de hoeveelheid energie ook de hoeveelheden koolhydraten, vetten en eiwitten worden gegeven. Zo kan de sporter het recept waar nodig aanpassen. Ook de bereidingstijd staat vermeld al is de berekening daarvan niet altijd even duidelijk en in veel gevallen is de tijd nogal ruim genomen. Voor de bereiding van de sandwich met gegrilde kalkoen en tzatziki was ik welgeteld 14 minuten en 30 seconden kwijt terwijl er een uur voor staat gegeven. De recepten zijn allemaal voor één persoon (met uitzondering voor cakes en repen) wat natuurlijk ontzettend handig is voor een (top)sporter die zijn eigen maaltje kookt. Geen lastige omrekensommen.

Een beproefd recept in het sportkookboek is dat er net als in haar Nederlandse zusjes ‘Goud op je Bord’ en ‘Sportkookboek deel 2’ bekende sporters aan het woord worden gelaten. Maar in tegenstelling tot in de eerder genoemde kookboeken delen zij in het sportkookboek niet hun favoriete recepten maar leggen uit wat sportvoeding voor hun betekent. Aardig, maar ook niet meer dan dat. Zeker voor de Nederlandse lezers heeft het weinig toegevoegde waarde aangezien Greg van Avermaet waarschijnlijk de enige naam is die bij het grote publiek een belletje zal doen rinkelen.

Gemiste kansen

Het is jammer dat er bij de recepten zelf weinig aanvullende informatie wordt gegeven. Wat zijn de variatiemogelijkheden? Wat zijn de specifieke eigenschappen van bepaalde ingrediënten als het om sportprestaties gaat? Wat zijn de aanpassingsmogelijkheden voor iemand met een hogere of lagere energiebehoefte? Dat soort informatie had dit boek tot een absolute topper in zijn genre gemaakt. De ‘tips’ en ‘wist je dat-jes’ die heel af en toe bij de recepten staan bieden die informatie niet tot nauwelijks.

Is het boek een aanrader? Ja. Het boek is mooi vormgegeven, biedt nuttige achtergrondinformatie en voorziet in een variëteit aan simpel te maken recepten met normale ingrediënten. Ideaal voor in de boekenkast van de (top)sporter. Zijn de recepten heel erg vernieuwend? Nee, maar wel goed uitgebalanceerd – met name voor duursporters. Vooral de salade van aardappel, gegrilde inktvis en parmaham als ook de salade met gerookte kip en vijgen zijn aanraders. Kleine tip: spijker wel je Vlaams een beetje bij. Dat voorkomt dat je gaat lopen speuren naar kippenwit, sluimererwten en krieken.

Bekijk op bol.com