Het Sportkookboek voor Jongeren is een vervolg op het Sportkookboek; beide van de hand van Stephanie Scheirlynck, één van meest bekende sportdiëtisten in Vlaanderen. Het recept van het eerste kookboek wordt hier nog eens dunnetjes overgedaan. Aan de ene kant: ‘never change a winning team’. De consistentie in vormgeving en receptuur is duidelijk en  herkenbaar en dat  verdient zeer zeker een pluim. Aan de andere kant: de nieuwigheid is er wel van af waardoor de sprankeling vanuit het eerste boek misschien wat ontbreekt.

Kookboek

Niettemin is het wederom een kookboek geworden van formaat. Daarnaast is het begeven op het terrein van het sportende kind een gebied waar nog veel te leren en te ontdekken valt. Het getuigd van lef en ambitie om voor deze doelgroep een kookboek te schrijven.

Er wordt eerst in heldere bewoordingen stil gestaan bij de ontwikkelingen die kinderen en jongeren doormaken en de consequenties voor hun behoefte aan energie en voedingsstoffen in relatie tot sportbeoefening. De no-nonsense instelling is een plezier om te lezen. Nee, een kind heeft geen eiwitshakes nodig om (extra) spiermassa op te bouwen. Het is een kwestie van geduld, ontwikkeling en gezonde voeding. Sportdranken? Waak voor tanderosie.

Verschillende dagen met bijbehorende recepten

Na de krachtige inleiding wordt het boek ingedeeld in verschillende dagen met bijbehorende recepten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen schooldagen (zonder training), trainingsdagen, sportdagen (meerdere sportactiviteiten per dag) en vrije dagen. In tegenstelling tot het Sportkookboek zitten er aanzienlijk minder verschillen in calorieën als het gaat om de recepten voor de diverse dagen. De focus ligt met name op de voedingsstoffen. Logisch want de energiebehoefte van (opgroeiende) kinderen ligt immers grotendeels bij hun dagelijkse verbruik en groei.

De recepten zelf zijn leuk en aantrekkelijk. En ja, ze hebben een relatief hoog koolhydraatgehalte zeker als het de maaltijden of snacks vóór de training of wedstrijd betreft. Voor de koolhydraat fanatici vast een door in het oog maar het is zeker niet onlogisch. Immers, de energiebehoefte is vrij hoog. Dat red je bij deze doelgroep niet door het uitsluitend eten van snoeptomaatjes. Er wordt bij de maaltijden zeker aandacht besteed aan voedzame koolhydraatbronnen zoals havermout, quinoa en zoete aardappel.  Al met al zijn de recepten aantrekkelijk geworden voor de jeugdige sporters. Toppers zijn de broodpudding met ananas en veenbessen – ook prima te bereiden met volkoren- of mueslibrood -, de rijstballetjes (jummie!) en de tajine met zoete aardappel en scampi’s.

Conclusie

De recepten zijn relatief eenvoudig en daardoor kunnen de sportende jongeren en kinderen heel goed betrokken worden bij het maken van deze recepten. Het lijkt er in het kookboek soms op dat er op twee gedachten wordt gehinkt. Aan de ene kant zijn de recepten simpel en aantrekkelijk voor jongeren; aan de andere kant is toch de ouder het aanspreekpunt in het boek. Het is één van de weinige kritiekpuntjes op een verder prima kookboek die veel ouders en sportende jongeren inspiratie zal bieden. Overtuigt het hen om meer zelf klaar te maken en minder te vertrouwen op allerlei kant- en klare snacks en producten? Ik hoop het.

Bekijk op bol.com