Knoflook staat bekend als een ‘superfood’. Het wordt al eeuwenlang in verschillende culturen gebruikt om zijn vermeende geneeskrachtige werking. In Nederland gebruiken we het als smaakmaker in ons eten, maar het is ook verkrijgbaar als supplement om de gezondheid te verbeteren. Maar welke gezondheidseffecten heeft knoflook eigenlijk, hoe sterk is het bewijs daarvoor en geldt dat ook voor de teentjes knoflook?

Wat vindt Google van knoflook?

Wanneer je Googled op ‘knoflook’ en ‘gezondheid’ kun je weinig anders concluderen dan dat knoflook gezond is. Een greep uit de titels van blogs die naar voren komen:

  • “Gooi er nog een teentje bij: 7x waarom knoflook gezond is”
  • “11 bewezen gezondheidsvoordelen van knoflook”
  • “7 Redenen waarom knoflook goed is voor je gezondheid”
  • “7 gezondheidsvoordelen van knoflook voor je op een rij”
  • “Knoflook: dit zijn de vele voordelen voor jouw gezondheid”
  • “5 redenen waarom knoflook zo gezond is”
  • “Dit is waarom knoflook eten gezond is”
  • “Zes manieren waarop knoflook bijdraagt aan uw gezondheid”

De gezondheidsvoordelen die er worden opgesomd zijn talrijk. Knoflook zou onder andere helpen bij het verlagen van de bloeddruk en de cholesterolspiegel en de kans op het krijgen van bacteriële infecties verkoudheid, hart- en vaatziekten, alzheimer, dementie en kanker verkleinen. Dat is een indrukwekkende lijst. Maar welke gezondheidseffecten zijn wel bewezen en welke niet?

Wat is knoflook?

Knoflook (Allium sativum) is een bolgewas dat van oorsprong uit Centraal-Azië komt. Het behoort tot de lookfamilie, net als (bos)uien, sjalotten, prei en bieslook. De plant bevat verschillende bollen waar 5-15 knoflookteentjes in verstopt zitten. Eén knoflookteentje weegt zo’n 2-4 gram. Er zijn uiteenlopende knoflookrassen die verschillen hoeveelheden zwavelhoudende verbindingen en daardoor in smaak en pikantheid. De smaak wordt sterker (geconcentreerder) bij koud weer en wanneer de knoflook tijdens de opslag uitdroogt. Verse knoflook bestaat voor 60% uit water, 30% uit koolhydraten, 7% uit eiwitten, 1% uit vetten en 2% uit voedingsvezels. Er zitten ook wat vitamines en mineralen in, maar die dragen nauwelijks iets bij aan de ‘aanbevolen dagelijkse hoeveelheid’ (ADH). Een volwassen vrouw moet bijvoorbeeld 60 knoflookteentjes van 2 gram eten, om de helft van haar dagelijkse aanbevolen hoeveelheid vitamine C binnen te krijgen. Het is dus niet zo zinvol om knoflook te eten om aan voldoende vitamines en mineralen te komen.

knoflook

Voedingswaarde van verse knoflook per 2 gram en de bijdrage aan de ADH van enkele vitamines en mineralen. ADH van een volwassen vrouw (19-50 jaar). Voedingswaarde kan verschillen, afhankelijk van bodemgesteldheid, klimaat, oogsttijd, ras, opslag, etc. Bron: Nevo-online

Waar komt die onaangename knoflook-adem vandaan?

Eén van de zwavelhoudende verbindingen in gekneusde of gehakte knoflook is allicine. De plant gebruikt deze stof om zichzelf te beschermen tegen vraat en ziekten. In het lichaam zetten we die stof weer om in allylmethylsulfide (AMS). Die stof ademen we vervolgens uit, wat bijdraagt aan de kenmerkende, en niet altijd gewaardeerde, knoflookadem. Enkele studies laten zien dat appels, sla, muntblaadjes, peterselie, spinazie, melk en een behandeling met citroensap de vorming van AMS (en andere stofjes die voor de knoflook- adem zorgen) kunnen verminderen [1-3].

Is knoflook gezond?

In knoflook zitten talloze stofjes waar gezondheidsbevorderende eigenschappen aan worden toegeschreven. Bij knoflook gaat het met name om de zwavelhoudende verbindingen. Het bekendste is waarschijnlijk alliine (6-14 mg/gram). Door een knoflookteentje te kneuzen of te hakken komt er een enzym vrij (alliinase), dat alliine omgezet in het werkzame, maar onstabiele allicine (2,5-4,5 mg/gram) [4]. Andere stofjes in knoflook met ingewikkelde namen zijn ajoenes, allyl sulfides, vinyldithiines en S-allyl-L-cysteïne (SAC). Sommige knoflooksupplementen zijn gestandaardiseerd op de hoeveelheid alliine, allicine of SAC (zie onderstaande afbeelding) [5-8]. Aangezien allicine erg onstabiel is, is het de vraag of er daadwerkelijk allicine in zit, of dat dit het ‘allicine potentieel’ is, oftewel het vermogen om na inname uit alliine een bepaalde hoeveelheid allicine te vormen [9].

knoflook

 

Maakt dat knoflook dan gezond? Nee, niet per definitie. Er zijn wel verschillende meta-analyses gepubliceerd, waarin gekeken is naar het effect van knoflook op de gezondheid. In deze meta-analyses zijn alle relevante studies die naar eenzelfde uitkomst hebben gekeken samengevoegd. De kwaliteit (en dus betrouwbaarheid) van dergelijke meta-analyses blijft echter afhankelijk van de kwaliteit van de onderliggende studies. In de meta-analyses naar knoflook zijn nagenoeg altijd studies meegenomen waarin commerciële knoflooksupplementen zijn gebruikt en geen verse teentjes knoflook.

In Nederland staat een knoflooksupplement op de derde plaats van het vaakst gebruikte plantaardige supplementen (16%), na echinacea (35%) en cranberry (20%) [10] Er zijn echter verschillende soorten knoflooksupplementen op de markt, die niet allemaal dezelfde stofjes (zwavelverbindingen) bevatten [9, 11]:

  • Knoflookpoeder (vermalen, gedroogd en verpulverd tot poeder). Aanwezige zwavelverbindingen: alliine, γ-glutamyl-L-cysteine peptiden
  • Gerijpt knoflookextract (gedurende >10 maanden gerijpt in een alcoholoplossing). Aanwezige zwavelverbindingen: S-allyl-L-cysteine (SAC), S-allylmercaptocysteine (SAMC)
  • Zwarte knoflook (gefermenteerde knoflook bij 60-90°C). Aanwezige zwavelverbindingen: S-allyl-L-cysteine (SAC)
  • Knoflookolie (verkregen door stoomdestillatie). Aanwezige zwavelverbindingen: diallyl disulfide (DADS), diallyl trisulfide (DATS), allyl methyl trisulfide
  • Knoflookolie maceraat (vermalen knoflook in plantaardige olie).  Aanwezige zwavelverbindingen: alliine, vinyldithiins, (E/Z)-ajoene, diallyl trisulfide (DATS)

Bloeddruk

Bij mensen zonder hoge bloeddruk (hypertensie) wordt niet gevonden dat knoflook de bloeddruk laat dalen [12]. Bij mensen met hypertensie daarentegen wel. Een meta-analyse uit 2020 laat zien dat de systolische bloeddruk (bovendruk) met 8,3 mmHg daalde en de diastolische bloeddruk (onderdruk) met 5,5 mmHg [13]. Dat is een behoorlijk sterke daling voor een voedingssupplement. Minder natrium en bloeddrukverlagende medicijnen zoals thiazidediuretica en ACE-remmers verlagen de bloeddruk niet zo sterk [14, 15]. Het belangrijkste achterliggende mechanisme zou zijn dat stofjes in knoflook een vaatverwijdend effect hebben [16].

In de studies zijn verschillende supplementen gebruikt, meestal in de vorm van knoflookpoeder (66%), maar ook een gerijpt knoflookextract (34%). De onderzoekers hebben die allemaal samengevoegd, zonder een sub-analyse te maken. Een andere beperking is dat in sommige studies slechts éénmaal is gemeten of dat de manier waarop de bloeddruk gemeten is niet beschreven staat. De gebruikte dosering varieerde van 600-2.400 mg per dag.

Cholesterol

Bij mensen met een verhoogd cholesterol (hypercholestrolemie) laat een meta-analyse uit 2018 een daling van het totaal- en LDL-cholesterol zien en een stijging van het HDL-cholesterol [17]. Er werd geen effect op de triglyceriden gevonden. Een achterliggend mechanisme zou zijn dat stofjes in knoflook de synthese van cholesterol in de lever remmen. Een andere meta-analyse uit 2016 vond geen effect op het lipoproteïne(a) [18]. Dit lipoproteïne lijkt wat grootte en dichtheid betreft op LDL-cholesterol en is een onafhankelijk risicofactor voor hart- en vaatziekten [19].

In de studies zijn verschillende supplementen gebruikt in de vorm van rauwe knoflook, een extract van gefermenteerde zwarte knoflook, knoflookpoeder en knoflookolie. De onderzoekers hebben die allemaal samengevoegd, zonder een sub-analyse te maken. De gebruikte dosering varieerde over het algemeen van 300-900 mg per dag. In een onafhankelijke studie zijn verschillende soorten knoflooksupplementen met elkaar vergeleken. Daarvoor werden deelnemers (n=192) met een verhoogd LDL-cholesterol (3,4-4,9 mmol/l) in vier groepen verdeeld, die drie verschillende soorten knoflooksupplementen kregen: 1) rauwe knoflook, 2), knoflookpoeder, 3) gerijpt knoflookextract en 4) placebo [20] De hoeveelheden kwamen overeen met een knoflookteentje van 4 gram. Dit namen de deelnemers zes dagen per week, gedurende een half jaar. Na dat half jaar werd er geen verschil gevonden in totaal-, LDL- en HDL-cholesterol tussen de knoflooksupplementen en placebo.

Bloedglucose

Bij mensen met diabetes mellitus type II laten meta-analyses zien dat knoflooksuppletie de nuchtere glucose waarde liet dalen [21-23]. Zo rond de 0,6 mmol/l [23]. Ook het HbA1c (hoeveelheid glucose dat aan hemoglobine gebonden is) daalde iets. Een duidelijk achterliggend mechanisme is er niet. Er zijn vermoedens dat stofjes in knoflook de inactivering van insuline remmen en de insulinegevoeligheid verbeteren. De studies verschilden onderling wel wat betreft het soort knoflooksupplement, de dosering en de studieduur en het aantal deelnemers in de studies was klein.

Vaatfunctie

De conditie en het functioneren van de bloedvaten is een belangrijke voorspellende factor voor het krijgen van atherosclerotisch gerelateerde hart- en vaatziekten [24]. Er zijn verschillende manieren om dat te meten. Bijvoorbeeld door de bloedstroom in de arm van de bovenarmslagader te meten (flow-mediated dilation). Er zijn aanwijzingen uit een systematic review uit 2020 dat knoflook een gunstig effect op de vaatfunctie heeft, en dan met name bij mensen die al andere risicofactoren hadden [25]. De studies verschilden onderling wel wat betreft het soort knoflooksupplement, de dosering (400-2.400 mg/dag), de studieduur, de gebruikte meetmethode en de gezondheid van de deelnemers. Bovendien was het aantal deelnemers per studie klein (n=11-88). Door het beperkt aantal studies was een meta-analyse niet mogelijk. Meer onderzoek is nodig om een betrouwbaardere conclusie te kunnen trekken.

Ontstekingsmarkers

Laaggradige ontstekingen zijn geassocieerd met verschillende gezondheidsproblemen, waaronder hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type II en kanker [26] Er zijn verschillende markers voor de aanwezigheid van laaggradige ontstekingen, waaronder CRP (C-reactief proteïne), IL-6 (interleukine-6) en TNF (tumornecrosefactor). Een meta-analyse uit 2019 laat zien dat knoflooksupplementen deze drie  ontstekingsmarkers laten dalen met respectievelijk 0,61 mg/l, 0,73 ng/l en 0,26 ng/l [27]. Een achterliggend mechanisme zouden bepaalde zwavelverbindingen zijn die anti-inflammatoire eigenschappen hebben. Er werd geen effect gevonden op de vetweefselhormonen adiponectine (invloed op insulineresistentie) en leptine (invloed op verzadiging). Een andere meta-analyse uit 2019 vond ook een daling van het CRP, maar dan van 0,8 mg/l [28]. Om daar een beeld daarbij te krijgen, de referentiewaarde voor volwassenen is <10 mg/l.

De studies verschilden onderling wel wat betreft het soort knoflooksupplement (knoflookpoeder en gerijpt knoflookextract), de dosering (12-3.600 mg/dag), de studieduur (2-52 weken), leeftijd (18-73 jaar), gezondheid van de deelnemers en meetmethoden. Op één studie na hadden alle deelnemers overgewicht of obesitas (BMI >25 kg/m2). De meeste onderliggende studies lieten overigens geen significant effect zien, maar die werden niet zwaar meegewogen. Van de dertien studies waarin gekeken is naar het effect van knoflook op het CRP, lieten er maar drie een significant effect zien (23%). Voor wat betreft IL-6 was dat maar één van de vijf studies (20%) en wat betreft TNF twee van de zeven studies (29%). In een sub-analyse werd verder gevonden dat alleen gerijpt knoflookextract het TNF en IL-6 liet dalen en knoflookpoeder niet.

Hart- en vaatziekten

Door een gunstig effect van knoflook op de bloeddruk bij mensen met hypertensie en op het totaal- en LDL-cholesterol bij mensen met hypercholesterolemie zou je mogen verwachten dat dit terug te zien is in een verlaagd risico op hart- en vaatziekten. Helaas is dat onduidelijk door het gebrek aan studies. De studies hebben alleen gekeken naar risicofactoren (cholesterol, bloeddruk) en niet naar harde eindpunten zoals hart- en vaatziekten of sterfte. Dat zal komen doordat effecten op het cholesterol en de bloeddruk eerdere optreden dan op hart- en vaatziekten. Studies kunnen daardoor korter duren en met een kleiner aantal deelnemers (minder uitvallers), wat aanzienlijk goedkoper is.

De ziekte van Alzheimer

De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie (ca. 70%). Het wordtwaarschijnlijk veroorzaakt door afzettingen van het eiwit β-amyloïd tussen de hersenencellen. Knoflook, en dan met name gerijpt knoflookextract, zou de schadelijke gevolgen van deze afzettingen tegengaan [29-31]. Aanwijzingen daarvoor komen uit dierstudies. Bijvoorbeeld door
in de hersenen van ratten het eiwit β-amyloïd te injecteren en ze gerijpt knoflookextract te laten eten [32]. Mogelijk speelt de zwavelhoudende verbinding S-allyl-L-cysteine (SAC) een rol die tijdens de rijping van knoflook wordt gevormd [33]. Onderzoek bij mensen ontbreekt nagenoeg volledig, waardoor we niet weten of knoflook helpt bij het voorkomen van de ziekte van
Alzheimer of bij de behandeling ervan.

Kanker

Een meta-analyse uit 2015 vond dat het eten van knoflook was geassocieerd met een verlaagd risico op maagkanker [34]. Probleem hierbij is dat het bijna allemaal patiëntcontrole-studies waren. In dit type studies vergelijkt men een mensen met kanker, met een mensen zonder kanker (controle). Na de diagnose kanker kan bij mensen echter het eetpatroon veranderen, waardoor moeilijk te achterhalen welke voedingsfactoren invloed zouden kunnen hebben gehad op het ontstaan van kanker, of welke alleen maar een gevolg zijn door aanpassing van het eetpatroon. Dat is dan ook een minder sterk onderzoeksdesign dan prospectieve cohortstudies, waarbij men vele duizenden mensen zonder kanker, vele jaren volgt om een verband te vinden tussen bijvoorbeeld voedingsfactoren en kanker. Vergelijkbare resultaten worden gevonden als het om prostaatkanker gaat. Patiëntcontrole-studies laten een verlaagd risico zien, terwijl prospectieve cohortstudies dat niet laten zien [35]. Knoflook wordt ook in verband gebracht met een verlaagd risico op darmkanker. Meta-analysis met alleen prospectieve studies laten dat echter ook niet zien [36-38]. Zowel niet voor rauwe en gekookte knoflook als voor knoflooksupplementen. Alles bij elkaar is er geen overtuigend bewijs dat knoflook kan beschermen tegen kanker en dat geldt ook voor gerijpt knoflookextract [39].

Verkoudheid

In een Cochrane-review uit 2014 voldeed slechts één studie aan de inclusiecriteria [40] In die studie werd gevonden dat het gebruik van een knoflooksupplement (met 180 mg allicine) van november tot februari, het aantal verkoudheden deed verminderen (24 versus 65), net als het aantal ziektedagen (111 versus 336 dagen) en de duur van de klachten (1,5 versus 5 dagen). Hoewel dat gunstige effecten zijn, geven de auteurs aan dat één studie te weinig is om te kunnen concluderen dat knoflook helpt bij het voorkomen van verkoudheid. Sindsdien zijn er geen nieuwe studies meer verschenen waardoor die conclusie dus overeind blijft.

Infectie met de bacterie Helicobacter pylori

Knoflook staat bekend om zijn antibacteriële werking, in ieder geval in vitro [41]. Bijvoorbeeld als behandeling van een maagslijmvliesontsteking (gastritis), veroorzaakt door de bacterie Helicobacter pylori (H. pylori). Dit is een veelvoorkomende infectie die klachten kan geven zoals pijn in de maagstreek, misselijkheid, een opgeblazen gevoel en gebrek aan eetlust. Bij sommige mensen kan de ontsteking overgaan tot een maagzweer (gat in het maagslijmvlies) en maagkanker. De antibacteriële werking van knoflook wordt met name toegeschreven aan de stof allicine. Een meta-analyse uit 2019 laat zien dat allicine (120 mg/dag) als aanvullende behandeling effectief is in a) in het bestrijden van H. pylori, b) de genezing van maagzweren en c) het verminderen van klachten [42]. De kwaliteit van de studies werd echter als laag tot erg laag beoordeeld. Belangrijke informatie over hoe de studies waren uitgevoerd ontbrak vaak, bijvoorbeeld de manier van randomisatie en blindering. Overigens zit in nagenoeg alle knoflooksupplementen waar het op vermeld staat ≤5 mg allicine.

Het idee dat knoflook effectief is tegen H. pylori komt uit in vitro-onderzoek. Het is echter onzeker of dit effect ook bij mensen optreedt [43]. In slechts één kleine studie is gekeken naar het effect van vers gesneden knoflook op infectie met H. pylori [44]. In deze studie kregen de deelnemers op één dag, bij drie maaltijden tien vers gesneden knoflookteentjes (n=10) of jalapeño-pepers (n=6), naast een positieve (bismut) of negatieve (niets) controle. Zowel de knoflook als de jalapeño-pepers hadden geen effect op H. pylori, gemeten met een ademtest.

Zijn knoflooksupplementen aan te bevelen?

Het valt niet te ontkennen dat in meta-analyses gunstige effecten worden gevonden. Is dat een reden om aan de knoflooksupplementen te gaan? Dat is nog niet zo duidelijk. De kwaliteit van meta-analyses is namelijk afhankelijk van de kwaliteit van de onderliggende studies. En die laat vaak wel te wensen over. Het aantal deelnemers is bijvoorbeeld klein en effecten op harde uitkomstmaten, zoals hart- en vaatziekten, ontbreken meestal. Daarnaast zijn er behoorlijke verschillen tussen de studies. Wanneer die worden samengevoegd bemoeilijkt dat de interpretatie van de resultaten. De resultaten zijn namelijk betrouwbaarder wanneer de studies die worden samenvoegt op elkaar lijken. Welke verschillen tussen studies zijn er dan zoal?

  1. Er zijn verschillende soorten knoflooksupplementen gebruikt, die niet allemaal dezelfde stofjes bevatten.
  2. Er zijn verschillende doseringen gebruikt (300-3.600 mg/dag)
  3. De studieduur varieerde sterk (2-52 weken)
  4. Er waren verschillen in de gezondheid van de deelnemers
  5. Er waren soms verschillende soorten meetmethoden gebruikt

Door al die verschillen weet je niet goed welk soort knoflooksupplement in welke dosering werkzaam is en welk soort knoflooksupplement niet. Of misschien laten betere studies in de toekomst geen effect zien. Tot slot laten zeker niet alle individuele studies een gunstig effect zien. Dat zijn redenen om terughoudend te zijn met de positieve gezondheidseffecten die gevonden worden. Er wordt vaak gezegd dat meer en beter onderzoek nodig is, maar dat is hier wel van toepassing.

Bijwerkingen

Het gebruik van knoflooksupplementen is relatief veilig, maar niet helemaal zonder risico. Het kan leiden tot een verlengde bloedingstijd, hoofdpijn overmatig zweten, maag-darm problemen, duizeligheid, sterk ruikende adem en lichaamsgeur [45]. Ook is er een wisselwerking met sommige medicijnen, waaronder spierverslappers, anti-kankermedicijnen, maagzuurremmers, antivirale medicijnen (hiv-medicijnen) en bloedverdunners. Overleg daarom eerst met je arts wanneer je naast je huidige medicijngebruik een knoflooksupplement wilt gaan gebruiken. Het knoflookteentje om het eten op smaak te brengen heeft geen noemenswaardige wisselwerking met medicijnen omdat de concentratie werkzame stoffen lager is.

Samenvatting en conclusie

Wetenschappelijk onderzoek laat aanwijzingen zien dat knoflooksupplementen gunstige gezondheidseffecten kunnen hebben zoals:

  • Het verlagen van de systolische en diastolische bloeddruk bij mensen met hypertensie.
  • Het verlagen van het totaal- en LDL-cholesterol bij mensen met hypercholesterolemie.
  • Het verlagen van de nuchtere glucosewaarde bij mensen met diabetes mellitus type II.
  • Het verlagen van enkele ontstekingsmarkers bij mensen met overgewicht en obesitas.

De kwaliteit van de onderliggende studies laat echter vaak te wensen over [46-48]. Een ander probleem is dat er behoorlijke verschillen tussen de studies zijn, waardoor generaliseren lastig is.de resultaten moeten dan ook met de nodige terughoudendheid worden geïnterpreteerd [49]. Wanneer je een supplement koopt, mag je verwachten dat het doet waarvoor je het koopt. Bij een knoflooksupplement is dat onzeker, waardoor we het niet aanraden. Dat wil overigens niet zeggen dat een teentje knoflook geen prima toevoeging is om je eten op smaak te brengen en om 1,5 meter afstand te houden.

Bronnen

  1. Mirondo R, Barringer S. Deodorization of Garlic Breath by Foods, and the Role of Polyphenol Oxidase and Phenolic Compounds. J Food Sci. 2016;81(10):C2425‐C2430.
  2. Hansanugrum A, Barringer SA. Effect of milk on the deodorization of malodorous breath after garlic ingestion. J Food Sci. 2010;75(6):C549‐C558.
  3. Munch R, Barringer SA. Deodorization of garlic breath volatiles by food and food components. J Food Sci. 2014;79(4):C526‐C533.
  4. Lawson LD. Garlic: a review of its medicinal effects and indicated active compounds. In: Lawson LD, Bauer R, eds. Phytomedicines of Europe: Chemistry and Biological Activity. Washington, DC: American Chemical Society; 1998:177-209.
  5. Bonusan.com Geraadpleegd: 14 mei 2020
  6. Flinndal.nl Geraadpleegd: 14 mei 2020
  7. Hollandandburrett.nl Geraadpleegd: 14 mei 2020
  8. Solgar.nl  Geraadpleegd: 14 mei 2020
  9. Amagase H, Petesch BL, Matsuura H, Kasuga S, Itakura Y. Intake of garlic and its bioactive components. J Nutr. 2001;131(3s):955S‐62S.
  10. Jeurissen SMF , Buurma-Rethans EJM , Beukers MH , Jansen-van der Vliet M , van Rossum CTM , Sprong RC . Consumption of plant food supplements in the Netherlands. Food Funct. 2018;9(1):179‐190.
  11. Kimura S, Tung YC, Pan MH, Su NW, Lai YJ, Cheng KC. Black garlic: A critical review of its production, bioactivity, and application. J Food Drug Anal. 2017;25(1):62‐70.
  12. Wang HP, Yang J, Qin LQ, Yang XJ. Effect of garlic on blood pressure: a meta-analysis. J Clin Hypertens (Greenwich). 2015;17(3):223‐231.
  13. Ried K. Garlic lowers blood pressure in hypertensive subjects, improves arterial stiffness and gut microbiota: A review and meta-analysis. Exp Ther Med. 2020;19(2):1472‐1478.
  14. Huang L, Trieu K, Yoshimura S, et al. Effect of dose and duration of reduction in dietary sodium on blood pressure levels: systematic review and meta-analysis of randomised trials. BMJ. 2020;368:m315. Published 2020 Feb 24.
  15. Wald DS, Law M, Morris JK, Bestwick JP, Wald NJ. Combination therapy versus monotherapy in reducing blood pressure: meta-analysis on 11,000 participants from 42 trials. Am J Med. 2009;122(3):290‐300.
  16. Ried K, Fakler P. Potential of garlic (Allium sativum) in lowering high blood pressure: mechanisms of action and clinical relevance. Integr Blood Press Control. 2014;7:71‐82. Published 2014 Dec 9.
  17. Sun YE, Wang W, Qin J. Anti-hyperlipidemia of garlic by reducing the level of total cholesterol and low-density lipoprotein: A meta-analysis. Medicine (Baltimore). 2018;97(18):e0255.
  18. Sahebkar A, Serban C, Ursoniu S, Banach M. Effect of garlic on plasma lipoprotein(a) concentrations: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled clinical trials. Nutrition. 2016;32(1):33‐40.
  19. Emerging Risk Factors Collaboration, Erqou S, Kaptoge S, et al. Lipoprotein(a) concentration and the risk of coronary heart disease, stroke, and nonvascular mortality. JAMA. 2009;302(4):412‐423.
  20. Gardner CD, Lawson LD, Block E, et al. Effect of raw garlic vs commercial garlic supplements on plasma lipid concentrations in adults with moderate hypercholesterolemia: a randomized clinical trial. Arch Intern Med. 2007;167(4):346‐353.
  21. Hou LQ, Liu YH, Zhang YY. Garlic intake lowers fasting blood glucose: meta-analysis of randomized controlled trials. Asia Pac J Clin Nutr. 2015;24(4):575‐582.
  22. Wang J, Zhang X, Lan H, Wang W. Effect of garlic supplement in the management of type 2 diabetes mellitus (T2DM): a meta-analysis of randomized controlled trials. Food Nutr Res. 2017;61(1):1377571. Published 2017 Sep 27.
  23. Shabani E, Sayemiri K, Mohammadpour M. The effect of garlic on lipid profile and glucose parameters in diabetic patients: A systematic review and meta-analysis. Prim Care Diabetes. 2019;13(1):28‐42.
  24. Gimbrone MA Jr, García-Cardeña G. Endothelial Cell Dysfunction and the Pathobiology of Atherosclerosis. Circ Res. 2016;118(4):620‐636.
  25. Emamat H, Tangestani H, Totmaj AS, Ghalandari H, Nasrollahzadeh J. The effect of garlic on vascular function: A systematic review of randomized clinical trials [published online ahead of print, 2020 Feb 24]. Clin Nutr. 2020;S0261-5614(20)30079-0.
  26. Minihane AM, Vinoy S, Russell WR, et al. Low-grade inflammation, diet composition and health: current research evidence and its translation. Br J Nutr. 2015;114(7):999‐1012.
  27. Darooghegi Mofrad M, Milajerdi A, Koohdani F, Surkan PJ, Azadbakht L. Garlic Supplementation Reduces Circulating C-reactive Protein, Tumor Necrosis Factor, and Interleukin-6 in Adults: A Systematic Review and Meta-analysis of Randomized Controlled Trials. J Nutr. 2019;149(4):605‐618.
  28. Taghizadeh M, Hamedifard Z, Jafarnejad S. Effect of garlic supplementation on serum C-reactive protein level: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Phytother Res. 2019;33(2):243‐252.
  29. Dominguez LJ, Barbagallo M. Nutritional prevention of cognitive decline and dementia. Acta Biomed. 2018;89(2):276‐290. Published 2018 Jun 7.
  30. Sripanidkulchai B. Benefits of aged garlic extract on Alzheimer’s disease: Possible mechanisms of action. Exp Ther Med. 2020;19(2):1560‐1564.
  31. Borek C. Garlic reduces dementia and heart-disease risk. J Nutr. 2006;136(3 Suppl):810S‐812S.
  32. Nillert N, Pannangrong W, Welbat JU, Chaijaroonkhanarak W, Sripanidkulchai K, Sripanidkulchai B. Neuroprotective Effects of Aged Garlic Extract on Cognitive Dysfunction and Neuroinflammation Induced by β-Amyloid in Rats. Nutrients. 2017;9(1):24. Published 2017 Jan 3.
  33. Ray B, Chauhan NB, Lahiri DK. The “aged garlic extract:” (AGE) and one of its active ingredients S-allyl-L-cysteine (SAC) as potential preventive and therapeutic agents for Alzheimer’s disease (AD). Curr Med Chem. 2011;18(22):3306‐3313.
  34. Kodali RT, Eslick GD. Meta-analysis: Does garlic intake reduce risk of gastric cancer?. Nutr Cancer. 2015;67(1):1‐11.
  35. Zhou XF, Ding ZS, Liu NB. Allium vegetables and risk of prostate cancer: evidence from 132,192 subjects. Asian Pac J Cancer Prev. 2013;14(7):4131‐4134.
  36. Heine-Bröring RC, Winkels RM, Renkema JM, et al. Dietary supplement use and colorectal cancer risk: a systematic review and meta-analyses of prospective cohort studies. Int J Cancer. 2015;136(10):2388‐2401.
  37. Hu JY, Hu YW, Zhou JJ, Zhang MW, Li D, Zheng S. Consumption of garlic and risk of colorectal cancer: an updated meta-analysis of prospective studies. World J Gastroenterol. 2014;20(41):15413‐15422.
  38. Zhou X, Qian H, Zhang D, Zeng L. Garlic intake and the risk of colorectal cancer: A meta-analysis. Medicine (Baltimore). 2020;99(1):e18575.
  39. Miraghajani M, Rafie N, Hajianfar H, Larijani B, Azadbakht L. Aged Garlic and Cancer: A Systematic Review. Int J Prev Med. 2018;9:84. Published 2018 Sep 17.
  40. Lissiman E, Bhasale AL, Cohen M. Garlic for the common cold. Cochrane Database Syst Rev. 2014;2014(11):CD006206. Published 2014 Nov 11.
  41. Si XB, Zhang XM, Wang S, Lan Y, Zhang S, Huo LY. Allicin as add-on therapy for Helicobacter pylori infection: A systematic review and meta-analysis. World J Gastroenterol. 2019;25(39):6025‐6040.
  42. Fahey JW, Stephenson KK, Wallace AJ. Dietary amelioration of Helicobacter infection. Nutr Res. 2015;35(6):461‐473.
  43. Graham DY, Anderson SY, Lang T. Garlic or jalapeño peppers for treatment of Helicobacter pylori infection. Am J Gastroenterol. 1999;94(5):1200‐1202.
  44. Marchese A, Barbieri R, Sanches-Silva A, Daglia M, Nabavi SF, Jafari NJ, Izadi M, Ajami M, Nabavi SM. Antifungal and antibacterial activities of allicin: a review, Trends in Food Science & Technology (2016).
  45. cbg-med.nl Geraadpleegd: 14 mei 2020
  46. Bayan L, Koulivand PH, Gorji A. Garlic: a review of potential therapeutic effects. Avicenna J Phytomed. 2014;4(1):1‐14.
  47. nccih.nih.gov Geraadpleegd: 14 mei 2020
  48. Bayan L, Koulivand PH, Gorji A. Garlic: a review of potential therapeutic effects. Avicenna J Phytomed. 2014;4(1):1‐14.
  49. Schwingshackl L, Missbach B, Hoffmann G. An umbrella review of garlic intake and risk of cardiovascular disease. Phytomedicine. 2016;23(11):1127‐1133.

Screenshots van de samenstelling knoflooksupplementen afkomstig van: