Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog begon in het Westen van Nederland de Hongerwinter. Een periode van grote voedselschaarste die zeker 20.000 mensen het leven heeft gekost. Maar ondanks die erbarmelijke omstandigheden zijn er ook kinderen geboren. We zien echter dat die kinderen op volwassen leeftijd een grotere kans hebben op gezondheidsproblemen dan leeftijdsgenoten die niet tijdens de Hongerwinter zijn geboren. Dat komt omdat het voedseltekort al voor de geboorte een ongunstige invloed heeft op het aflezen van bepaalde genen.

De Hongerwinter

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog volgde er na de invasie van de geallieerden op 6 juni 1944 een periode van zware gevechten. Toen de geallieerden uiteindelijk de Duitse linies doorbraken, werd er snel bezit genomen van Frankrijk, Luxemburg en België. Rond 4 september 1944 kregen de geallieerden Antwerpen in handen en op 14 september kwamen ze Nederland binnen. Zowel Nederland als de geallieerden dachten dat de Duitse bezetting nu snel voorbij zou zijn. Daarvoor werd in september 1944 een grootschalige operatie opgezet (Market Garden) om strategische bruggen over grote rivieren te veroveren. De Nederlandse regering hielp daarbij door vanuit Londen op te roepen tot een staking van de Nederlandse spoorwegen om zo het Duitse leger te hinderen. Operatie ‘Market Garden’ mislukte echter en de Duitsers stelden als vergelding een verbod in op al het voedseltransport naar West-Nederland (ca. 4,3 miljoen mensen). Begin november werd dit verbod versoepeld waardoor transport over water weer was toegestaan. Door de vroege en strenge winter waren de kanalen echter bevroren waardoor het niet mogelijk was om West-Nederland van voedsel te voorzien. Het gevolg was dat het voedsel daar binnen enkele weken op raakte. Het officiële rantsoen voor volwassenen daalde al snel tot minder dan 1.000 kcal per dag. Tijdens het dieptepunt, van december 1944 tot en met april 1945 varieerde dat van 400-800 kcal per dag [1]. Het eten bestond voornamelijk uit brood en aardappelen, bijvoorbeeld twee aardappelen, twee sneetjes brood en een halve suikerbiet [2]. Zwangere en lacterende vrouwen hadden recht op meer voedsel, maar op het dieptepunt van de hongersnood kon daar niet meer aan worden voldaan (zie tabel 1). Zeker 20.000 mensen zijn door de honger gestorven.

Na de bevrijding van Nederland in het begin van mei 1945 kwam het voedseltransport direct op gang en werd er binnen negen dagen ca. 11 miljoen kilo voedsel boven West-Nederland gedropt. Dat zorgde ervoor dat een maand na de bevrijding de energie-inname alweer rond de 2.000 kcal/dag lag [1]. Uiteindelijk heeft de voedselschaarste ongeveer vijf maanden geduurd. Die periode staat nu bekend als de Hongerwinter.

hongerwinter

De Hongerwinter vormde en vormt nog steeds een unieke gelegenheid om te onderzoeken wat ondervoeding tijdens de zwangerschap met de mens doet. Dat heeft een aantal reden:

  1. De populatie had voor de Hongerwinter een goede voedingstoestand.
  2. Er was een redelijk abrupt begin en einde van de Hongerwinter.
  3. In geboorteklinieken werd een gedetailleerde registratie van geboortegegevens bijgehouden.
  4. Het kan gezien worden als een ‘natuurlijk’ experiment dat nooit zou worden goedgekeurd door de medische-ethische toetsingscommissie.

hongerwinter

Nauwkeurig bijgehouden registratie van geboortegegevens tijdens de Hongerwinter (afbeelding overgenomen van www.hongerwinter.nl [4]).

De gevolgen van de Hongerwinter

Er is en wordt veel onderzoek naar de Hongerwinter gedaan. Dat gebeurt door personen die de Hongerwinter hebben doorgemaakt (ook zwangere vrouwen) langdurig te blijven volgen. Daaruit blijkt dat ondervoeding tijdens de zwangerschap blijvende gevolgen heeft voor de gezondheid van het kind. Wat precies de gevolgen zijn is afhankelijk van het trimester waarin de zwangere vrouw de Hongerwinter heeft doorgemaakt. Voor de groei lijkt met name het derde trimester een kwetsbare periode. We zien namelijk dat het geboortegewicht dan lager is (-9%), de lichaamslengte korter (-2,5%) en de hoofdomtrek kleiner (-2,7%) [5]. Dat is natuurlijk geen goede start.

De meest kwetsbare periode voor de gezondheid op volwassen leeftijd is juist aan het begin van de zwangerschap (zie tabel 2). Dat is goed te verklaren omdat in de eerste twaalf weken alle organen worden aangelegd. Wanneer op dat moment iets niet goed gaat, is dat later moeilijk tot niet meer te herstellen. Op latere leeftijden daarentegen zijn we weerbaarder tegen voedingstekorten en andere stressoren. Er is nog geen sterk bewijs voor, maar het is niet uit te sluiten dat de Hongerwinter ook tot een slechtere gezondheid van de kleinkinderen leidt [6, 7].

hongerwinterTabel 2: Verband tussen periodes waarin de Hongerwinter als foetus is doorgemaakt en gezondheidsrisico’s op volwassen leeftijd [8-11].

Verklaring vanuit de epigenetica

Al voor de geboorte kunnen omgevingsfactoren in de baarmoeder een positieve of negatieve invloed hebben op de gezondheid op latere leeftijd. Bijvoorbeeld positief wanneer er voldoende voeding (calorieën) en voedingsstoffen worden aangevoerd en niet teveel schadelijke stoffen (alcohol, cafeïne, nicotine, kwik). Is er sprake van het tegenovergestelde dan neemt de kans op gezondheidsproblemen toe. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld een direct toxisch effect van een stof op een orgaan. Je kunt daarbij denken aan kwik dat de ontwikkeling van de hersenen verstoort. Een andere, indirecte oorzaak kan zijn doordat bepaalde genen worden aan- of uitgezet door een soort ‘schakelaars’ die op het DNA liggen. Dit kan gezien worden als een soort aanpassingsmechanisme aan de veranderde omgeving.

Het DNA heeft de vorm van een gedraaide wenteltrap (dubbele helix) die weer om eiwitbolletjes (histonen) is gedraaid. Een gen is een stukje van het DNA dat codeert voor een bepaald eiwit (structuureiwit, enzym, hormoon antistof, etc). Het is dus niet zo dat het DNA verandert. De genetische code (sequentie van basenparen) blijft dezelfde. Door een methylgroep op een trede van de wenteltrap te plaatsen of door het DNA wat strakker om de histonen te wikkelen kan de activiteit van een gen gereguleerd worden. Het gen kan dan namelijk minder makkelijk afgelezen worden (zie onderstaande illustratie). Deze veranderingen worden epigenetische veranderingen genoemd en kunnen de genexpressie en daarmee stofwisselingsprocessen en gezondheidsrisico’s beïnvloeden.

hongerwinter

Illustratie van epigenetische veranderingen door DNA-methylering en histonmodificatie (afbeelding afkomstig van Wikimedia.org [12]).

Tijdens de Hongerwinter zijn bij de foetus (tot 10 weken zwangerschap spreken we van een embryo) ook epigenetische veranderingen opgetreden, zo laten studies zien [13-15]. Daarvoor hebben ze het DNA van volwassenen die tijdens de Hongerwinter in de baarmoeder zaten vergeleken met dat van hun broer of zus die tijdens de Hongerwinter niet in de baarmoeder zaten. Daaruit blijkt dat een bepaald ‘groei-gen’ dat betrokken is bij de vroege ontwikkeling van de foetus actiever was afgesteld (minder gemethyleerd) [13]. Dat gen codeert voor het hormoon IGF2 (Insulin-like Growth Factor 2), dat tijdens de zwangerschap de overdracht van voeding via de placenta naar de foetus regelt. Het kan tijdens de zwangerschap gezien worden als een soort ‘groeihormoon’. Mogelijk treedt deze verandering op om de overlevingskansen te vergroten. Het kan verklaren waarom vrouwen die aan het begin van hun zwangerschap de Hongerwinter hebben doorgemaakt toch baby’s hebben gekregen met een normaal geboortegewicht. Verder worden er verschillen gevonden in de methylering van bepaalde genen die betrokken zijn bij de regulering van de vet- en koolhydraatstofwisseling en het lichaamsgewicht. Die verschillen kunnen, in ieder geval voor een deel, de verhoogde gezondheidsrisico’s die nu gevonden worden verklaren. Veel over de epigenetische mechanismen en de gevolgen daarvan weten we overigens nog niet. Meer onderzoek blijft daarom ook nodig.

Vertaling naar de huidige praktijk

Tegenwoordig zijn de omstandigheden gelukkig heel anders dan tijdens de Hongerwinter. De gevolgen zijn dan ook niet zomaar door te trekken naar nu. Maar er kunnen wel overeenkomsten zijn. Bijvoorbeeld wanneer vrouwen tijdens de zwangerschap extreem veel braken (hyperemesis gravidarum). Daar heeft slechts 0,3-3% van de zwangere vrouwen last van, maar het verhoogt wel de kans op een vroeggeboorte (<37 weken) en een baby met een te laag geboortegewicht (<2.500 gram) [16].

Of een suboptimale voeding tijdens de zwangerschap ook tot epigenetische veranderingen leidt die de gezondheid van het kind nadelig beïnvloeden is nog onduidelijk. Daar zijn wel aanwijzingen voor, maar die komen voornamelijk uit dierstudies. Meer onderzoek is nodig om te weten te komen welke voeding of voedingsstoffen daar dan verantwoordelijk voor zouden zijn, hoe groot het effect is en wat de kwetsbare periode van de zwangerschap is.

Bronnen

  1. Roseboom TJ, Painter RC, van Abeelen AF, Veenendaal MV, de Rooij SR. Hungry in the womb: what are the consequences? Lessons from the Dutch famine. Maturitas. 2011 Oct;70(2):141-5.
  2.   Kinderen van de Hongerwinter. 20 jaar Honger winteronderzoek. Geraadpleegd: 1 november 2019
  3.   Smith CA. Effects of maternal under nutrition upon the newborn infant in Holland (1944-1945). J Pediatr. 1947 Mar;30(3):229-43.
  4.   https://www.hongerwinter.nl/onderzoek/?lang=en Geraadpleegd: 1 november 2019
  5.   Stein Z, Susser M. The Dutch famine, 1944-1945, and the reproductive process. I. Effects on six indices at birth. Pediatr Res. 1975 Feb;9(2):70-6.
  6.   Roseboom TJ, Watson ED. The next generation of disease risk: are the effects of prenatal nutrition transmitted across generations? Evidence from animal and human studies. Placenta. 2012 Nov;33 Suppl 2:e40-4.
  7.   Veenendaal MV, Painter RC, de Rooij SR, Bossuyt PM, van der Post JA, Gluckman PD, Hanson MA, Roseboom TJ. Transgenerational effects of prenatal exposure to the 1944-45 Dutch famine. BJOG. 2013 Apr;120(5):548-53.
  8.   Roseboom T, de Rooij S, Painter R. The Dutch famine and its long-term consequences for adult health. Early Hum Dev. 2006 Aug;82(8):485-91.
  9.   Kyle UG, Pichard C. The Dutch Famine of 1944-1945: a pathophysiological model of long-term consequences of wasting disease. Curr Opin Clin Nutr Metab Care. 2006 Jul;9(4):388-94.
  10. van Abeelen AF, Veenendaal MV, Painter RC, de Rooij SR, Dijkgraaf MG, Bossuyt PM, Elias SG, Grobbee DE, Uiterwaal CS, Roseboom TJ. Survival effects of prenatal famine exposure. Am J Clin Nutr. 2012 Jan;95(1):179-83.
  11. Hoek HW, Brown AS, Susser E. The Dutch famine and schizophrenia spectrum disorders. Soc Psychiatry Psychiatr Epidemiol. 1998 Aug;33(8):373-9.
  12. https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Epigenetic_mechanisms.jpg Geraadpleegd: 1 november 2019
  13. Tobi EW, Lumey LH, Talens RP, Kremer D, Putter H, Stein AD, Slagboom PE, Heijmans BT. DNA methylation differences after exposure to prenatal famine are common and timing- and sex-specific. Hum Mol Genet. 2009 Nov 1;18(21):4046-53.
  14. Tobi EW, Goeman JJ, Monajemi R, Gu H, Putter H, Zhang Y, Slieker RC, Stok AP, Thijssen PE, Müller F, van Zwet EW, Bock C, Meissner A, Lumey LH, Eline Slagboom P, Heijmans BT. DNA methylation signatures link prenatal famine exposure to growth and metabolism. Nat Commun. 2014 Nov 26;5:5592.
  15. Heijmans BT, Tobi EW, Lumey LH, Slagboom PE. The epigenome: archive of the prenatal environment. Epigenetics. 2009 Nov 16;4(8):526-31.
  16. Veenendaal MVE, van Abeelen AFM, Painter RC, van der Post JAM, Roseboom TJ. Consequences of hyperemesis gravidarum for offspring: a systematic review and meta-analysis. BJOG. 2011 Oct;118(11):1302–13.

Wil je meer weten over voeding tijdens de zwangerschap? Eet als een expert – zwanger! is het vierde deel in de serie ‘I’m a Foodie presents’. In Eet als een expert – zwanger! geven we wetenschappelijke onderbouwde informatie en praktische tips aan vrouwen die zwanger willen worden én zijn over welke voeding het beste is voor moeder en kind. We laten zien dat je met een beetje creativiteit en omdenken de sushi, carpaccio en alcohol helemaal niet zult missen!