Bij een warme maaltijd hoort een stuk vlees. Een toetje eet je na de maaltijd. Bij een verjaardag hoort een stuk taart en bij feestjes een alcoholische versnapering. Zomaar wat eetgewoonten die cliënten me vertelden. In hoeverre helpen of hinderen die gewoonten je om gezond te eten? En hoe kun je hier effectief gebruik van maken?
Gewoonten
De Van Dale1 legt gewoonte als het volgt uit:
- Wat men gewoon is te doen, de omstandigheid dat men iets pleegt te doen
- het is zijn gewoonte om vroeg naar bed te gaan
- de macht (of kracht) der gewoonte als verklaring voor onnadenkend, routinematig, handelen
- Het telkens doen van datgene waaraan men gewoon is, =hebbelijkheid, aanwensel
- Gebruikelijke wijze van doen in de of een kring van de maatschappij
Een spreekwoord dat de Van Dale erbij noemt: “gewoonte is een tweede natuur”, wat betekent dat wat je gewend bent vergroeit met de hele persoonlijkheid, het heeft dezelfde kracht.
Kracht van gewoonten en routines
Dat gewoonten belangrijk zijn voor mensen en dat ze zo’n kracht hebben is niet voor niets.
- Zo is het fijn dat wanneer je ’s ochtends vroeg je bed uitstapt (en nog niet wakker bent) op je routine kunt handelen: douchen, aankleden, muesli met yoghurt eten, tandenpoetsen en weg!
- Tijdens het smeren van brood is het gemakkelijk dat je dit snel (lees hetzelfde als anders) kan doen.
- Ook is het prettig bij boodschappen doen dat je ongeveer hetzelfde koopt: je weet de route in de winkel (of je klikt bij het digitaal boodschappen doen op de ‘herhaalknop’). En je hoeft niet voor elk schap tientallen keuzes te maken (welke boter? welke yoghurt? welk brood? enzovoort).
Daarnaast geeft een gewoonte misschien ook een prettig vertrouwd gevoel; je kunt er naar uit kijken (die heerlijke koffie om 10.00 uur) en je weet waar je aan toe bent.
De momenten waarop gewoonten je tegen kunnen werken
Ondanks dat gewoonten erg handig en prettig zijn, is het tegenovergestelde ook waar. Zo weten we allemaal wel een moment te verzinnen dat je uit gewoonte iets doet of eet, terwijl je hier eigenlijk geen behoefte aan hebt. Denk maar eens aan een willekeurige verjaardag of gebak op het werk; wil je echt altijd dat stukje taart? Die plakken kaas en worst? En nog een wijntje?
Tijdens mijn werk als eerstelijns diëtist ondersteunde ik een cliënt bij het afvallen. Om de energie-inname te verlagen probeerden we strategieën te ontwikkelen. Zo noemde ik het voorbeeld om het gebruikelijke toetje niet direct na de maaltijd nuttigen, maar bijvoorbeeld ’s middags of ’s avonds tussendoor. Op deze manier kon het meer ongezonde tussendoortje wegvallen. De cliënt keek me ontzet aan: een toetje hóort na de hoofdmaaltijd. Evenzo: in gesprek over de vakantie, en het broodje hamburger dat hierbij hoorde, was een van mijn suggesties om dan ’s avonds bij de warme maaltijd het stukje vlees over te slaan. Weer kreeg ik een verraste blik: een stuk vlees is onderdeel van de warme maaltijd.
Ook ben ik zelf wel tegen dit soort gewoontes aangelopen. Zo was ik gewend om altijd met brood te lunchen en al deze sneeën tegelijkertijd om 12 uur te eten. Tussendoor ’s ochtends had ik dan enorme trek, die ik dan opvulde met tussendoortjes als ontbijtkoek. Deze gewoonte van me stond mijn gezonde eetgedrag in de weg. De ontbijtkoek levert me niet veel meer dan wat suikers, terwijl bijv. 2 sneeën volkorenbrood boordevol gezonde vezels, vitaminen en mineralen zit. Maar van mijn aangeleerde structuur mocht ik tussendoor in de ochtend geen brood; dat hoorde bij de lunch.
Gewoonten kunnen dus erg hardnekkig zijn en jezelf in de weg zitten. Zonder dat je door hebt wat routines voor jou doen kun je deze dan ook niet veranderen.
Effectief gebruik maken van (nieuwe) routines
Door eens een week een eetdagboekje (zie hieronder) bij te houden, kun je je bewust worden van wat je eet2. Als je weet wat voor jou zo ‘is’, ‘hoort’ en ‘gebruikelijk is’, dan kun je deze eetgewoonten onder de loep nemen. In dit eetdagboekje schrijf je dan op:
- wanneer je wat eet;
- waarom je wat eet. (Eet je omdat je honger hebt? Omdat het zo hoort? Het is lunch-, koffie-, diner-, theetijd? Omdat je het verdient? Of om nog een andere reden wellicht?)
Op deze manier wordt je je bewust van wat je doet en waarom je dit eigenlijk doet.
- probeer vervolgens te bedenken of datgeen je eet binnen een gezond voedingspatroon past; (Hiervoor kun je gemakkelijk het Voedingscentrum: wat past er in de schijf van vijf en wat past er niet in de schijf van vijf raadplegen. Je krijgt ook alternatieven aangeboden!).
- als het niet in een gezond voedingspatroon past kun je bedenken wat een gezonde vervanging kan zijn (bijv. van cruesli naar muesli, van koek naar een kom magere kwark of een snee brood).
Begrijp me niet verkeerd: het hoeft heus niet allemaal gezond te zijn, maar kies wat jij echt wilt en negeer wat de gewoonte je voorschrijft!
Bronnen
- Gewoonte. (z.d.). In Van Dale Online (ingelogde deel). Geraadpleegd op 3 mei 2018.
- de Vries, J. H. M., de Boer, E. J., & Hulshof, K. F. A. M. (2013). De voedingsanamnese. In Informatorium Voeding en Diëtetiek-Voedingsleer(pp. 647-687). Bohn Stafleu van Loghum, Houten.
Geef een reactie