K-EET, het landelijk samenwerkingsverband van professionals op het gebied van eetstoornissen, signaleert de afgelopen maanden een toename van het aantal aanmeldingen. Artsen en psychologen spraken in Nieuwsuur hun zorgen uit over de toename van crisismeldingen voor jongeren met een eetstoornis. Het gebrek aan structuur en de ingeperkte bewegingsvrijheid sinds de coronapandemie lijkt de oorzaak te zijn van deze forse stijging eetstoornis patiënten. Als diëtist gespecialiseerd in eetstoornissen zie ik (ook) in de eerste lijn een sterkte toename van het aantal eetstoornispatiënten. En dat is zorgelijk want een eetstoornis kan zeer ernstige lichamelijke gevolgen (zelfs levensbedreigend) met zich mee brengen als er niet tijdig de juiste hulp wordt ingeschakeld.
Het is daarom ontzettend belangrijk om een eetstoornis zo vroeg mogelijk te signaleren om de (lichamelijke en psychische) gevolgen van de eetstoornis zo veel mogelijk te beperken. Maar hoe herken je een eetstoornis bij je kind, partner of vriend(in)? En wat moet je doen als je zelf denkt een eetstoornis te hebben of iemand kent die signalen van een eetstoornis vertoont? En wat is het verschil tussen een eetstoornis en een verstoord eetgedrag? In deze, en de komende reeks blogs over eetstoornissen geef ik een antwoord op deze vragen.
Wat is een eetstoornis?
Er zijn verschillende soorten eetstoornissen. Deze eetstoornissen zijn opgenomen in de DSM-5 (Medisch boek over psychische stoornissen waarin staat aan welke criteria je moet voldoen om een diagnose te krijgen). Hieronder de bekendste eetstoornissen toegelicht zoals ze in de DSM-5 staan omschreven (klik op het plusje voor een uitklapmenu).
- Het beperken van de energie-inname ten opzichte van de energiebehoefte, resulterend in een significant te laag lichaamsgewicht voor de leeftijd, de sekse, de groeicurven de lichamelijke gezondheid. Een significant te laag gewicht wordt gedefinieerd als een gewicht dat lager is dan het minimale normale gewicht of, bij kinderen en adolescenten, een lager
gewicht dan wat minimaal wordt verwacht. - Een intense vrees om aan te komen of dik te worden, of persisterend gedrag dat gewichtstoename verhindert, zelfs al heeft de betrokkene een significant te laag gewicht.
- Een stoornis in de manier waarop de betrokkene zijn of haar lichaamsgewicht of lichaamsvorm ervaart, een onevenredig grote invloed van het lichaamsgewicht of de lichaamsvorm op het oordeel over zichzelf, of persisteren in het niet onderkennen van de ernst van het actuele lage lichaamsgewicht.
Recidiverende episodes van eetbuien. Een episode wordt gekarakteriseerd door beide volgende:
- het binnen een beperkte tijd (bijvoorbeeld twee uur) eten van een hoeveelheid voedsel die beslist groter is dan wat de meeste mensen in eenzelfde periode en onder dezelfde omstandigheden zouden eten.
- een gevoel de beheersing over het eten tijdens de episode kwijt te zijn (bijvoorbeeld het gevoel dat men niet kan stoppen met eten of zelf kan bepalen wat of hoeveel men eet).
- Recidiverend inadequaat compensatoir gedrag om gewichtstoeneming te voorkomen zoals zelfopgewekt braken, het misbruik van laxantia, diuretica of klysma’s of andere geneesmiddelen, vasten, of overmatige lichaamsbeweging.
- De eetbuien en de inadequate compensatoire gedragingen komen beide gemiddeld ten minste eenmaal per week gedurende drie maanden voor.
- Het oordeel over zichzelf wordt in onevenredige mate beïnvloed door de lichaamsvorm en het lichaamsgewicht.
- De stoornis komt niet uitsluitend voor tijdens episodes van anorexia nervosa.
Recidiverende episodes van eetbuien. Een episode wordt gekarakteriseerd door beide volgende:
- Het binnen een beperkte tijd (bijvoorbeeld twee uur) eten van een hoeveelheid voedsel die beslist groter is dan wat de meeste mensen in eenzelfde periode en onder dezelfde omstandigheden zouden eten
- Een gevoel de beheersing over het eten tijdens de episode kwijt te zijn (bijvoorbeeld het gevoel dat men niet kan stoppen met eten of zelf kan bepalen wat of hoeveel men eet)
De episodes van eetbuien gaan gepaard met drie (of meer) van de volgende criteria:
- Veel sneller eten dan gewoonlijk;
- Dooreten tot een ongemakkelijk vol gevoel is bereikt;
- Grote hoeveelheden voedsel verorberen zonder fysieke honger te voelen;
- In eenzaamheid eten uit schaamte over de grote hoeveelheid voedsel, die gegeten wordt;
- Na het overeten walgen van zichzelf, zich depressief of erg schuldig voelen.
- Merkbaar ongenoegen over de eetbuien is aanwezig.
- De eetbuien komen gemiddeld ten minste twee dagen per week gedurende zes maanden voor.
- De eetbuien gaan niet gepaard met regelmatig inadequaat compensatoir gedrag (bijvoorbeeld zelfopgewekt braken; het misbruik van laxantia, vasten of overmatige lichaamsbeweging) en de stoornis komt niet uitsluitend voor tijdens het beloop van anorexia nervosa of boulimia nervosa.
De categorie ´Eetstoornis Niet Anderszins Omschreven´ dient voor eetstoornissen die niet voldoen aan de criteria van enige specifieke eetstoornis. Tot de voorbeelden horen:
- Bij vrouwen wordt voldaan aan alle criteria van anorexia nervosa, behalve dat betrokkene geregeld menstrueert.
- Aan alle criteria van anorexia nervosa wordt voldaan, behalve dat, ondanks significant gewichtsverlies, het huidige lichaamsgewicht van betrokkene binnen de normale grenzen ligt.
- Aan alle criteria van boulimia nervosa wordt voldaan behalve dat de vreetbuien en de inadequate compensatie mechanismen voorkomen in een frequentie van minder dan tweemaal per week of met een duur van korter dan drie maanden.
- Het geregeld tonen van inadequate compensatoire gedragingen na het eten van kleine hoeveelheden voedsel bij iemand met een normaal lichaamsgewicht (bijvoorbeeld zelfopgewekt braken na het eten van twee koekjes).
- Herhaald kauwen op en uitspugen van, maar niet doorslikken van grote hoeveelheden voedsel.
- Eetbuistoornis (Binge-eating disorder): terugkerende episodes van eetbuien in afwezigheid het geregeld tonen van inadequate compensatoire gedragingen die karakteristiek zijn voor boulimia nervosa.
Eetstoornis versus verstoord eetgedrag
In mijn diëtistenpraktijk zie ik als gespecialiseerd diëtist in eetstoornissen veel patiënten met AN, BN, NAO en in iets minder mate mensen met BED. Daarnaast zie ik nog een hele grote groep (voornamelijk vrouwen) die niet aan bovenstaand criteria voldoen, maar wel verstoord eetgedrag vertonen. Hierbij kun je denken aan:
- zich constant schuldig voelen over de hoeveelheid (ongezond) eten
- dagelijks op de weegschaal staan, soms wel meerdere keren per dag
- het cijfertje op de weegschaal de dag laten bepalen (wat ze gaan eten)
- hun hele leven op ‘dieet’ zijn
- niet meer weten wat een ‘normaal’ eetpatroon is
- iedere maandag weer ‘opnieuw’ beginnen met gezond eten
- altijd met eten, diëten en (niet) eten bezig zijn
- perioden van ‘op dieet’ zijn en ‘nergens op letten’ wisselen elkaar af (alles of niks principe)
Daarnaast kan er ook overlap zijn met bepaalde criteria van een eetstoornis, maar voldoen de criteria niet voldoende om gediagnostiseerd te worden als eetstoornis.
Hulp zoeken
Met eetproblemen loopt niemand te koop. Of je nu binnen de criteria van een ‘eetstoornis’ valt of niet, zodra je dagelijks worstelt met eten, niet eten of je gewicht is het belangrijk hier iets aan te doen. Zowel van een eetstoornis als een verstoord eetgedrag kan je in het dagelijks leven veel hinder ondervinden. Bijvoorbeeld eten met anderen is lastig, altijd bezig zijn met compenseren (minder eten of overgeven), bedenken hoe je nu weer onder een eetmoment uit komt. Doodvermoeiend en een dagelijkse strijd….. Daarnaast kunnen eetstoornissen ook ernstige lichamelijke gevolgen hebben zoals hartritmestoornissen, lage hartslag, lage bloeddruk, gebitsproblemen en onvruchtbaarheid. Maar ook psychische problemen zoals verminderd zelfvertrouwen, eenzaamheid depressiviteit, somberheid en angst- en dwang stoornissen kunnen tijdens een eetstoornis (verder) ontwikkeld worden.
Iemand met een eetstoornis trekt vaak niet zelf aan de bel, de eetstoornis wil/mag namelijk niet geholpen worden. Daarbij komt ook dat iemand met een eetstoornis vaak nog lange tijd in de ontkenningsfase zit en het probleem nog niet erkent. Het is dus vaak ontzettend moeilijk om over een eetprobleem te praten en hulp te zoeken. Het liefst wordt het zo lang mogelijk door iemand geheim gehouden (uit schaamte), ook al is er het besef dat het zo niet door kan gaan.
Het is daarom ontzettend belangrijk dat ouder(s), partner(s), vrienden, collega(s) of docenten een eetstoornis tijdig kunnen signaleren om erger te voorkomen. Een aantal signalen waaraan je kunt merken dat iemand een eetstoornis heeft kunnen zijn:
- Veel afvallen of aankomen (in korte tijd)
- Eten (brood, tussendoortjes) weggooien (of terugvinden in schooltas of prullenbak)
- Producten zoals vlees, snoep, koek, chips niet meer willen eten
- Steeds langzamer (treuzelen met) eten
- ’Spelen’ met het eten op bord, of eten in een bepaalde volgorde eten
- Regelmatig aan geeft dat al (elders) heeft gegeten of geen honger heeft
- Prikkelbaar rondom eetmomenten
- Bemoeien met het (avond)eten
- Opvallend veel bewegen
- Na het eten direct naar toilet of badkamer (om over te geven)
- ‘Verdwijnen’ van grote hoeveelheden voedsel in huis (bijv. pakken koek, chocolade, pot pindakaas, chocoladepasta, brood, ijs)
- Krijgen van geldproblemen (door het kopen van grote hoeveelheden eetbuivoedsel)
- Haaruitval
- Concentratieverlies
- Onregelmatige of uitblijven van menstruatie
- Slecht slapen
- (extreem) vermoeid zijn
Zodra je een eetstoornis vermoedt bij jezelf of iemand anders is het belangrijk dat je er met elkaar over praat (iemand in vertrouwen neemt) en een afspraak bij de huisarts maakt. Bij de huisarts kun je het vermoeden bespreken, aan geven wat je signaleert en hoe lang het al speelt. De huisarts kan namelijk de conditie van het lichaam onderzoeken en vaststellen hoe ernstig de lichamelijke gevolgen (al) zijn. Daarnaast is het belangrijk een gespecialiseerd diëtist in te schakelen die ervaring heeft met begeleiding bij eetstoornissen (hoe je een gespecialseerd diëtist kun vinden lees je in deel 2 van deze blogserie). Ook kan het verstandig zijn hulp in te schakelen van een psycholoog of ervaringsdeskundige. Op websites als: proud2bme en stichtingkiem vind je een verzameling van gespecialiseerde hulp per regio en ‘eerste hulp bij een eetstoornis’.
Conclusie
Er zijn verschillende soorten eetstoornissen. Om de diagnose ‘eetstoornis’ te krijgen moet iemand voldoen aan bepaalde criteria die benoemd staan in de DSM-5. Een ‘eetstoornis’ is iets anders dan ‘verstoord eetgedrag’.
De overeenkomst tussen een ‘eetstoornis’ en ‘verstoord eetgedrag’ is dat het allemaal over (niet) eten en/of gewicht gaat en dat iemand er iedere dag mee bezig is (vanaf ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat), en in het dagelijks leven (ernstige) hinder van het eetgedrag ondervindt. Een eetstoornis heeft op (lange) termijn vaak ernstigere lichamelijke en/of psychische gevolgen dan verstoord eetgedrag. Het is daarom belangrijk een eetstoornis tijdig te signaleren en hulp te zoeken.
In het geval van een ‘eetstoornis’ is het noodzakelijk dat iemand gespecialiseerde hulp krijgt omdat degene er zelfstandig niet meer uit kan komen en de gevolgen ernstig zijn. Bij ‘verstoord eetgedrag’ is hulp belangrijk en fijn (is ook mijn persoonlijke ervaring), maar minder dringend. Iemand met een eetstoornis heeft hulp nodig van de huisarts, een diëtist gespecialiseerd in deze doelgroep en een psycholoog of ervaringsdeskundige. Iemand met een verstoord eetgedrag hoeft niet perse bij een gespecialiseerd diëtist in eetstoornissen terecht maar wel bij een diëtist die ervaring heeft met mensen met een ‘verstoord eetgedrag’.
Bronnen:
- DSM-5 criteria zijn overgenomen van de website van Nederlands academie voor eetstoornissen (Naeweb.nl)
- Brochure: informatie voor ouders en naasten van het Leontienhuis
Het zou fijn zijn als mensen tijdig hulp krijgen, maar ze moeten ook geholpen willen worden. Mijn schreeuw om hulp is lange tijd genegeerd en pas na ruim 20 jaar heb ik zelf de stap naar de huisarts gezet. Intussen eetbui vrij en steeds beter in staat om normaler met eten om te gaan.
Klein puntje tav de blog. Er wordt gesproken over eetbuien en 1x wordt het vreetbuien genoemd. Vreetbui heeft voor mij een hele negatieve lading en haakt enorm in op de schaamte van de eetstoornis. Wellicht handig om die te hernoemen.
Fijn om te lezen dat je na jarenlange worsteling met eten nu eetbui vrij bent en beter om kan gaan met eten.
Het puntje hebben we aangepast, bedankt voor de feedback!
Wanneer heb je dan verstoord eetgedrag en wanneer een stoornis?
Ik mis in jouw verhaal het fenomeen ARFID als eetstoornis . Is tegenwoordig toch ook opgenomen in de DSM-5?!
Helaas zitten wij er midden in met een dochter van 14 die het liefst niet meer eet. Alle eerste intakes met de hulpdiensten hebben we gehad,. Waar ik naar op zoek ben is wat kan je je kind het beste laten eten ( of naar binnen laten werken, want werken is het voor haar) Dat ze toch nog net het goede aan voedingstoffen binnen krijgt. Zo weinig eten betekent ook tekorten.