Op mijn spreekuur (en op verjaardagen, op het terras, eigenlijk op heel veel verschillende plekken) heb ik steeds vaker discussies met mensen over zuivel. Nu heb ik niets tegen discussies over voeding mits er rationele en onderbouwde argumenten worden aangedragen. Zo belande ik pas in een discussie – wellicht is monoloog trouwens een beter woord – van iemand met osteopenie (= beginfase van osteoporose) die volledig overtuigd was dat zuivel ongeveer het gevaarlijkste was wat je maar tot je kon nemen. Het ging ongeveer zo. “Melk?! Je denkt toch niet dat ik mélk ga drinken? Dat is voor kalfjes!” “Ja. Kalfjes drinken melk. Daar worden ze groot van. Maar met uw huidige eetpatroon krijgt u erg weinig calcium binnen. Het is verstandig om melk of andere zuivelproducten toe te voegen aan uw eetpatroon. En als u dat niet wilt doet u er goed aan om bijvoorbeeld plantaa…” “Echt niet! Ik ga geen melk drinken! In melk zit allemaal antibiotica. Weet je wel hoe slecht dat is? Al die koeien proppen ze vol met medicatie. En dat komt dan op mijn bord.” “Nou, mevrouw zo erg i…” “En weet jij wel waarom het Voedingscentrum adviseert om melk te drinken en kaas te eten, nou?” “Niet heel toevallig weet ik dat. Dat is omdat…” “Omdat ze betaald worden door de industrie, ja! Unilever, Campina, en al die anderen.” “Mevrouw, nu draaft u misschien een beetje…” “Ik draaf helemaal niet door! Ik heb gelijk. In Japan hebben ze helemaal geen botontkalking. Daar worden ze 100 jaar zonder een centje pijn. En daar eten ze helemaal geen zuivel. De overheid is gewoon corrupt dat ze deze adviezen geven.” “In Japan hebben ze ook kerncentrales die niet tegen een tsunami kunnen. Dat lijkt mij gevaarlijker dan het drinken van een glas melk”. Oké, ik geef toe dat ik die laatste zin niet hardop heb uitgesproken om de lieve vrede (enigszins) te bewaren. Maar goed. Alle controverses rondom zuivel werden in twee minuten zonder een speld tussen te krijgen op tafel gelegd. Dus gaan we maar beginnen bij het begin.

Waarom staat zuivel in de Schijf van Vijf?

Zuivel (melk, yoghurt, kwark, kaas) staat in de Schijf van Vijf met een reden, en die reden is niet dat het bedrijfsleven dat sponsort. Voor de werkelijke reden moeten we wel een paar stappen terug. Aan de basis van de Schijf van Vijf staan de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad. De Gezondheidsraad is een wetenschappelijk, onafhankelijke adviesorgaan die de overheid gevraagd en ongevraagd adviseert over gezondheidsvraagstukken. Zij analyseren grote wetenschappelijke studies en vertalen die naar adviezen voor de Nederlandse situatie. In het geval van de Richtlijnen Goede Voeding zijn de adviezen gebaseerd op de preventie van de tien meest voorkomende aandoeningen in Nederland, waaronder overgewicht, diabetes type II, dementie, verschillende vormen van kanker en diverse hart- en vaatziekten (2). Dus de Richtlijnen Goede Voeding zijn de eerste pijler van de Schijf van Vijf. Een tweede punt is, dat de adviezen in de Schijf van Vijf moeten voldoen aan de voedingsnormen. Denk hierbij aan de aanbevolen hoeveelheden van vezels, vitamines en mineralen. Daarom zijn de hoeveelheden van verschillende producten of voedingsgroepen die in de Schijf van Vijf staan soms hoger dan die in de Richtlijnen Goede Voeding vermeld staan (3). Een derde pijler zijn de consumptiepatronen in een land. Deze worden in Nederland onderzocht middels Voedselconsumptiepeilingen waarbij door middel van grote steekproeven het eetpatroon van ‘de gemiddelde Nederlander’ in verschillende leeftijdsgroepen in kaart wordt gebracht. Nu komen we dus bij het punt waarom zuivel in de Schijf van Vijf staat. Die bewuste gemiddelde Nederlander eet dagelijks 355 gram aan zuivelproducten en zuivel is daarmee één van de grootste productgroepen in de Nederlandse voeding. Zuivel levert een belangrijke bijdrage aan de inname van calcium, diverse B-vitamines (zoals B2 en B12) en zeker voor kinderen aan de inname van eiwitten (1). Het gebruik van zuivelproducten is dus een advies gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding in combinatie met de voedingsnormen en het eetpatroon in Nederland. Dit is wat ook wel Food Based Dietary Guidelines (FBDG) wordt genoemd (3). Daarom zie je in pakweg Japan geen zuivel staan omdat het geen onderdeel is van het standaard eetpatroon en de inname van voedingsstoffen zoals calcium voornamelijk uit andere producten komt zoals bijvoorbeeld sojaproducten. Overigens staat natuurlijk niet alle zuivel in de Schijf van Vijf. Die lekkere Franse roomkaasjes, roomijsjes en puddinkjes staan er natuurlijk niet in. Maar dat spreekt vanzelf.

Zit er antibiotica in zuivel?

Er is dus een functionele, voedingskundige reden dat zuivel in de Schijf van Vijf staat. Dan komen we op puntje twee. Zit er antibiotica in zuivel? Nou, nee. Althans, met 100% zekerheid kun je natuurlijk niets garanderen. Zo belandt er ook wel eens paardenvlees tussen het rundvlees en is er soms een partij gerookte zalm besmet met salmonella. Maar even terug naar de zuivel. Sinds een aantal jaren geldt er strenge wetgeving als het gaat om antibioticagebruik bij melkkoeien. Zo morgen melkkoeien alleen antibiotica ontvangen op advies van en door toediening door een veearts; en mag de melk die de koe dan produceert niet geleverd worden aan bedrijven die de melk verwerken (4,5,6,7). De kans dat er antibiotica in jouw glaasje melk zit is dan ook vrijwel nihil. In andere landen kan de wetgeving anders zijn. Niettemin dient aan de Nederlandse wetgevingen voldaan te worden wanneer levensmiddelen worden geïmporteerd, bijvoorbeeld als het gaat om residuen van stoffen die niet van nature in het product horen te zitten. Al met al kun je met een gerust gevoel je (volkoren) bammetje beleggen met een plakje kaas. En door.

Veroorzaakt zuivel osteoporose?

Kort maar krachtig: nee, zuivel veroorzaakt geen osteoporose. Sterker nog, de consumptie van zuivelproducten wordt in de meeste gevallen geassocieerd met een lager risico op osteoporose en fracturen als gevolg daarvan (8,9,10,11). Daarnaast lijkt de consumptie van zuivelproducten ook te beschermen  tegen het ontstaan van diabetes type 2 (9,10), cardiovasculaire aandoeningen (10) en verschillende vormen van kanker (9,10). Wel zijn er verschillen op te merken in de soorten zuivel. Niet alle vormen van zuivel hebben hetzelfde effect. De gezondheidseffecten lijken het grootst bij het gebruik van magere zuivelproducten en kaas (8,9,10,11). De gedachte dat zuivelconsumptie bijdraagt aan een lagere botdichtheid en een grotere kans op osteoporose lijkt dus niet te kloppen. Maar waar komt die gedachte dan vandaan? Er zijn geografische verschillen als het gaat om de prevalentie van osteoporose. In West-Europa en Noord-Amerika komt osteoporose relatief vaak voor (12, 14). Dat valt niet alleen te verklaren vanuit de zuivelconsumptie. Genen spelen bijvoorbeeld een rol. Zo is het bekent dat mensen van het Kaukasische ras een minder goed botmetabolisme hebben dan mensen van het negroïde ras (12,13). Daarnaast spelen economische factoren, geografische factoren zoals blootstelling aan zonlicht en levensverwachting een rol. Mede door de toegenomen levensverwachting is er in Azië een flinke stijging te verwachten in het aantal mensen met osteoporose (14). De aanname dat er door een hoge zuivelconsumptie osteoporose ontstaat is dus een typisch gevalletje van een correlatie (samenhang); en geen causaal (oorzakelijk) verband.

Samengevat

  • er is een nuttige en functionele reden dat zuivel in de Schijf van Vijf staat;
  • je móet geen zuivel eten om aan je eiwitten en calcium te komen maar de meeste mensen eten nu eenmaal niet elke dag tofu en een halve kilo groene bladgroenten;
  • niet alle zuivel is even gezond (maar dat is een open deur, wel jammer van dat roomijsje);
  • in Nederland hoef je niet bang te zijn dat je antibiotica resistent wordt van het gebruik van zuivel (buiten de EU kan dat een ander verhaal zijn);
  • de consumptie van zuivel wordt niet in verband gebracht met een hoger risico op osteoporose en botbreuken;
  • de consumptie van (specifieke) zuivel(producten) wordt geassocieerd met een lager risico op verschillende chronische aandoeningen;
  • en de levensles dat een correlatie iets anders is dan een causaal verband.

Bronnen

  1. Van Rossem, C.T.M. et al. The diet of the Dutch Results of the first two years of the Dutch National Food Consumption Survey 2012-2016. RIVM, 2016
  2. (2015). Richtlijnen Gezonde Voeding.
  3. Voedingscentrum (2018). Richtlijnen Schijf van Vijf.
  4. NZO (2019). Factsheet Duurzame Voedselketen – Antibiotica. 
  5. overheid.nl – Regeling diergeneesmiddelen.
  6. overheid.nl – Wijziging van de regeling diergeneesmiddelen.
  7. overheid.nl – Besluit houders van dieren.
  8. Rozenberg, S. et al. Effects of Dairy Products Consumption on Health: Benefits and Beliefs–A Commentary from the Belgian Bone Club and the European Society for Clinical and Economic Aspects of Osteoporosis, Osteoarthritis and Musculoskeletal Diseases. Calcif Tissue Int. 2016 Jan;98(1):1-17. doi: 10.1007/s00223-015-0062-x
  9. Thorning, T.K., Raben, A., Tholstrup, T., Soedamah-Muthu, S.S., Givens, I. and Astrup, A. Milk and dairy products: good or bad for human health? An assessment of the totality of scientific evidence. Food Nutr Res. 2016 Nov 22;60:32527. doi: 10.3402/fnr.v60.32527
  10. Gil, A. and Ortega, R.M. Introduction and Executive Summary of the Supplement, Role of Milk and Dairy Products in Health and Prevention of Noncommunicable Chronic Diseases: A Series of Systematic Reviews. Adv Nutr. 2019 May 1;10(suppl_2):S67-S73. doi: 10.1093/advances/nmz020
  11. Bian, S., Hu, J., Zhang, K., Wang, Y., Yu, M. and Ma, J. Dairy product consumption and risk of hip fracture: a systematic review and meta-analysis. BMC Public Health. 2018 Jan 22;18(1):165. doi: 10.1186/s12889-018-5041-5
  12. Cauley, J.A., Chalhoub, D., Kassem, A.M. and Fuleihan G.H. Geographic and ethnic disparities in osteoporotic fractures. Nat Rev Endocrinol. 2014 Jun;10(6):338-51. doi: 10.1038/nrendo.2014.51
  13. Ballane, G., Cauley, J.A., Luckey, M.M. and El-Hajj Fuleihand, G. Worldwide prevalence and incidence of osteoporotic vertebral fractures. Osteoporos Int. 2017 May;28(5):1531-1542. doi: 10.1007/s00198-017-3909-3
  14. International Osteoporosis Foundation. Facts and statistics.