Waar ik in het eerste deel van dit tweeluik inzoomde op colleges over onze voedselketen en duurzaam en gezonde voeding van de Haagse Food Academy, volgt in dit laatste deel een samenvatting over eten & geweten en technologische ontwikkelingen.
Voeding en ethiek: veel (keuze) voor weinig
De avond van het derde college start rond etenstijd in de koeienstal van Hoeve Biesland. Hier worden we verwacht voor een nieuw college en lekker avondmaal. Onder het geloei van een koe die op het punt staat te bevallen vertelt de eigenaar, Jan Duijndam, enthousiast over zijn bedrijf. De boerderij blijkt biologisch-dynamisch wat inhoudt dat er, naast dat er biologisch wordt geboerd, extra hoge eisen gelden op het gebied van dierenwelzijn, gesloten kringlopen en ecologie. Vaak zijn biologisch-dynamische boerderijen tevens zorgboerderij, wat ook het geval is op Hoeve Biesland.
Eten en geweten
Dan is Tjard de Cock Buning, professor toegepaste ethiek en levenswetenschappen van de VU Amsterdam aan de beurt. Vaak ervaar ik ethiek als iets ongrijpbaars, maar de Cock Buning weet het aan de hand van diverse praktische voorbeelden tastbaar te maken. Ethiek gaat namelijk om het maken van juiste keuzes. Juist niet op gevoel, maar op een systematische manier. Maar hoe doe je dat? Welke afwegingen zijn bijvoorbeeld van belang voor het wel of niet toestaan van dierproeven?
De Cock Buning legt uit dat je bij afwegingen rondom het wel of niet toepassen van dierproeven kunt denken volgens het klassieke model van Justitia (1). Namelijk de personificatie van het recht die wordt afgebeeld als een geblinddoekte vrouw (onpartijdigheid), met in haar linkerhand een weegschaal (die de argumenten weegt) en in haar rechterhand een zwaard (dat het oordeel velt). Bij dierproeven worden beide schalen van de weegschaal gevuld, waarna het harde eindoordeel kan worden geveld.
Een veganistisch betoog
Dr. Floris van den Berg, Nederlandse filosoof (Universiteit Utrecht) en schrijver van “De vrolijke veganist” gaat er met gestrekt been in. Want zegt hij: ‘ik ben filosoof en dus veganist.’ En: ‘je kunt alleen een goed mens zijn als je geen vlees eet.’ Van den Berg omschrijft ons leven als een winkelwagentje, waarin je gedurende de rit dingen in verzamelt en een ‘karma’ spoor achterlaat. Een filosoof kijkt wat er in de winkelwagen zit en of deze dingen wel consistent met elkaar zijn. Gedurende deze rit kwam van den Berg er voor zichzelf achter dat, als je wilt dat dieren niet worden gefokt -en dus gedood- voor menselijke consumptie, een vegetarisch eetpatroon niet ver genoeg gaat. Daarbij haalt hij ook duurzaamheid en de milieugevolgen van dierlijke producten aan. Het is namelijk onmogelijk de aarde te blijven voeden, als we zoveel vlees blijven eten als de gemiddelde Nederlander doet. Qua voetafdruk hebben we maar liefst 3,7 aardes nodig. Met een mengeling van humor en ernst pleit van den Berg ons daarom te ‘bekeren’ tot een veganistisch eetpatroon. ‘Ethisch leven, is zelf verantwoordelijk zijn.’
College 4: voedseltechnologie
Tijdens het laatste college staat technologische innovatie rondom het duurzaam voeden van een groeiende populatie centraal en zijn we te gast bij Koppert Cress. Bart Leemans, verantwoordelijk voor de Europese Marketing en Communicatie-activiteiten, heet ons welkom en vertelt over Koppert Cress (waarbij dit laatste woord staat voor kres, een kiemgroente zoals de tuinkers). De directeur is Rob Baan, o.a. bekend als oprichter van 24 Kitchen. Het bedrijf opereert in een niche markt, en levert haar cressen en ‘specialities’ direct aan de groothandel en retailer. De eindgebruikers zijn chefs, restaurants, cateraars en hotels.
Tussendoor proeven we natuurlijk van de cressen en specialities, zoals de gele bloemetjes (Sechuan Button) die voor ons liggen. Gelukkig waarschuwt mijn buurvrouw me niet het hele bolletje in een keer te eten. Ik ben blij dat ik haar advies heb opgevolgd. Een tintel- en speekselexplosie volgt, ongelooflijk! Mocht je ooit de kans krijgen, probeer het! Het plantje blijkt ook in Paradontax tandpasta te zitten, dat verklaart.
Fosfaat: onmisbaar en eindig
Na een heerlijke maaltijd verzorgd door De Vegetarische Slager, spreekt Professor Oene Oenema (hoogleraar nutriënten en bemesting van Wageningen Universiteit) over fosfaat. Het blijkt een ingewikkeld verhaal voor de meeste aanwezigen. Om te beginnen hebben we het over fosfaat (PO4), niet te verwarren met het element fosfor (P). Fosfaat is een schaarse fossiele grondstof en is onmisbaar en onvervangbaar voor de groei van planten. In de landbouw wordt daarom veel kunstmest (met fosfaat) gebruikt. Een overmaat van fosfaat leidt juist tot verontreiniging, zoals de algengroei in zeewater op warme dagen.
De fosfaatvoorraad is ongelijk over de wereld verdeeld. Europa is volledig afhankelijk van het buitenland. Zo ligt 80% van de reserves in Marokko en 15% in China. In Azië neemt het gebruik explosief toe. Kortom, we hebben een groot probleem. De oplossing ligt volgens Oenema in recycling. 10 tot 50% van de fosfaat wordt momenteel gerecycled. Als we ons best doen kan dat oplopen tot 80%. Zo komt de helft van het fosfaatverlies van huishoudens en de andere helft van het boerenland. Oenema noemt verschillende opties, zoals het terughalen van fosfaat uit het riool en het meer gebruiken van dierlijke mest als alternatief voor kunstmest.
Voedselverspilling verminderd
Tenslotte spreekt August de Vocht, oprichter van NoFoodWasted. Dit is een platform voor het tegengaan van voedselverspilling. Het initiatief is gebaseerd op voedselverspilling in Europese supermarkten door het weggooien van de niet-verkochte afgeprijsde (35%) artikelen. Zo gooit een Nederlandse supermarkt maandelijks €10.000 weg. Met 4300 supermarkten, zo’n €400.000.000 verlies per jaar.
De oplossing zit volgens de Vocht in het maken van boodschappenlijstjes. Middels een app voor supermarkten en consumenten, worden de afgeprijsde artikelen geïndexeerd (door de supermarkt) en gecommuniceerd naar geïnteresseerde klanten. De app is gratis voor de consument, de supermarkt betaalt een maandelijkse fee. Daarnaast wordt er gebruikt gemaakt van een narrowcasting systeem. Benader je als klant een afgeprijsd artikel, dan ontvang je een push bericht. Uit een recente eerste pilot bleek dat 10% van de klanten in de supermarkt de app had gedownload, 35% van deze groep ontving push berichten. Dit resulteerde in 18% minder voedselverspilling.
Tot slot
Terugkijkend was de eerste Haagse Food Academy zeker een succes. Hoewel er volgens sommige deelnemers iets meer aandacht voor de praktische toepassing had mogen zijn, vind ik het knap dat young professionals -zelf niet werkzaam in de agrofood-sector- zo’n mooi programma neerzetten! Op naar de Food Academy 2016!
Bronnen
1. De Cock Buning, Afwegen van belangen bij dierproeven, Bull. Onderw. Biol. 24 (145) 1993
Geef een reactie