Het is al even geleden, maar pffffff wat deed het veel stof opwaaien zeg, de uitzending van Tros Radar over suiker 7 april j.l.!! In Radar werd gesteld dat alle suikers hetzelfde zijn en dat ‘natuurlijke’ suikers (zoals agavesiroop, ahornsiroop, palmsuiker, kokosbloesemsuiker etc.) geen haar beter zijn dan geraffineerde biet- of rietsuiker. Op verschillende healthblogs ontstond een stroom van kritiek. De wetenschappers in Radar zouden betaald worden door de suiker- en aspartaamindustrie, en wat ze stellen daar is geen woord van waar….!!
Ik heb geen idee wie er wel of niet betaald worden door de industrie. Maar ik weet wel dat wij ‘Foodies’ veel van voeding weten. Niet alleen de scheikundige samenstelling, maar ook de fysiologie daarvan. En we hebben geen banden met de industrie ;). Dus, hierbij onze versie van het verhaal.
Vandaag deel 1 over suiker: een lesje scheikunde! Stay tuned voor deel 2: de fysiologie (hoe werkt het in het lichaam). In deel 3 bespreekt Everdien alle soorten “natuurlijke” suikers en zoetmiddelen, en Marlene sluit in deel 4 af met de etikettering van suiker: wat vind je allemaal op de verpakking ahv een voorbeeld? En hoe kun je zelf een keuze maken?
Wat zijn koolhydraten? Want daar hebben we het over als we het over suiker hebben.
Een student die rustig boven zijn studieboeken hangt is maar zelden van bewust dat er in zijn hersencellen op dat moment glucosemoleculen gesplitst worden om hem de energie te geven om te leren. De hersenen kunnen niet functioneren zonder glucose. Ook een marathonrenner die net zwetend de finish overkomt heeft de triomf te danken aan glucose en (de opgeslagen vorm daarvan) glycogeen, die dienen als brandstof voor de spieren. Glucose en glycogeen zorgen voor de helft van de energie die het menselijk lichaam dagelijks nodig heeft. De andere helft komt voornamelijk van vet (1).
Glucose is de meest afgebroken vorm van een koolhydraat. We eten glucose echter bijna nooit in deze elementaire vorm op. We eten koolhydraten om in onze glucosebehoefte te voorzien. Koolhydraten zitten in voedingsmiddelen zoals aardappelen, pasta, rijst, brood, fruit, vruchtensappen, frisdranken, koek, gebak, snoep, zuivel en suiker. Het lichaam zet deze koolhydraten om in glucose voor directe energie, en in glycogeen om energie op te kunnen slaan. Dat is een stukje fysiologie, oftewel hoe werkt het in het lichaam. Lees hierover meer in deel 2 over suiker.
Nu eerst een scheikundige blik op koolhydraten
Scheikunde was tijdens mijn studie nooit mijn favo onderdeel. Echter om voeding te begrijpen is scheikunde wel de basis! Onze voeding bestaat uit groepjes (verbindingen) atomen (bijvoorbeeld koolstof en waterstof) bij elkaar, ook wel moleculen genoemd. Een bekend voorbeeld van zo’n verbinding is water (H2O). Dat is 1 atoom waterstof (H), en 2 atomen zuurstof (O).
Praktisch alles is opgebouwd uit atomen, dus ook de macronutrienten uit onze voeding: vetten, eiwitten en koolhydraten. Koolhydraten zijn moleculen die uit zuurstof- (O), waterstof- (H) en koolstofatomen (C) bestaan.
Koolhydraten zijn als volgt in te delen:
Monosachariden: zijn enkelvoudige koolhydraten (ze bestaan uit één molecuul). Voorbeelden hiervan zijn:
Disachariden: zijn meervoudige koolhydraten (2 moleculen aan elkaar vast). Voorbeelden hiervan zijn:
Oligosachariden: bestaan uit 3 tot 9 verbonden moleculen. Een voorbeeld hiervan is:
Polysachariden bestaan uit lange ketens moleculen.
Conclusie
We weten dus dat koolhydraten (ketens van) atoomverbindingen zijn. Deze atoomverbindingen noemen we moleculen. Koolhydraten zijn in te delen in enkelvoudige en meervoudige koolhydraten afhankelijk van de lengte van de keten. Ons lichaam kan niet zonder koolhydraten. De meest afgebroken vorm van een koolhydraat is glucose en is onze primaire energiebron.
In deel 2 de fysiologie meer over het afbraakproces van koolhydraten, en de omzetting in energie. In deel 3 zal Everdien o.a. bespreken uit welke koolhydraten “natuurlijke” suikers bestaan en de verschillen met biet- en rietsuiker. Marlene zal in deel 4 meer over etikettering van suiker vertellen.
Meer over suiker: Bakken zonder suiker
Water H2O bestaat uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom. Dus niet zoals u schrijft uit één waterstofatoom en twee zuurstofatomen.
Het ge tal hoort dus bij het voorafgaande element.
Maar u had op school al niet veel op met scheikunde, bekent u in uw blog. 😉
Met een hartelijke groet,
Nora Schutte
Ik ben blij dat er iemand is die oplet 😉 tnx