De media spelen een belangrijke rol bij de huidige verwarring over voeding. Wat is nu (on)gezond? Overal is tegenstrijdige informatie te horen en te lezen. Bijna geen enkele voedingsstof of voedingsmiddel blijft bespaard. Je weet niet meer wat je moet geloven. Suiker is vaak het onderwerp van gesprek. In de populaire documentaire Fed Up wordt zelfs gezegd dat suiker 8x zo verslavend is als cocaïne [1]. Is dat wel juist of wordt er een hardnekkig fabel in stand gehouden en verspreid?
Suikerverslaving
Wanneer je op Google ‘suikerverslaving’ intypt krijg je ruim 31.000 zoekresultaten. Typ je ‘sugar addiction’ in dan zijn het er ruim 13 miljoen. Nagenoeg altijd wordt het bestaan van een suikerverslaving bevestigd waarna er stappen volgen om van je suikerverslaving af te komen (zie afbeelding). Er is zelfs een online-test waarmee je te weten zou kunnen komen of je last hebt van een suikerverslaving [2]. Met al die informatie is het bestaan van een suikerverslaving moeilijk te ontkennen.
Wat is een verslaving?
Er zijn criteria waaraan voldaan moet worden om van een verslaving te kunnen spreken. Je kunt namelijk niet zeggen dat iedereen die s’avonds niet eerder kan stoppen met het eten van chips voordat de zak leeg is ook verslaafd is. Die criteria zijn vastgelegd in de ‘bijbel’ van de psychologie, de DSM V (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) [3]. Het zijn er elf. Voldoe je aan twee of drie criteria dan heb je een milde ‘verslaving’ (substance abuse disorders). Voldoe je aan vier of vijf criteria dan is er sprake van gematigde ‘verslaving’ en bij zes of meer symptomen is er sprake van een ernstige ‘verslaving’: De criteria zijn [4]:
- Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
- Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
- Veel tijd besteden aan het gebruik en het verkrijgen ervan.
- Sterk verlangen om te gebruiken.
- Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
- Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
- Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
- Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
- Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
- Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
- Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die verminderen door meer van de stof te gebruiken.
Suiker en verslaving
Volgens de criteria van de DSM V bestaat suikerverslaving niet. Toch zou suiker verslavend zijn terwijl de wetenschappelijke literatuur daar geen bevestiging voor vindt [5-7]. Waar komt dat idee dan vandaan? Er zijn een aantal verklaringen voor te vinden:
Dierstudies bevestigen suikerverslaving
Bijna alle argumenten voor het bestaan van suikerverslaving komen van dierstudies [8-9]. In de documentaire Fed Up worden ze ook genoemd. In die studies kregen ratten (die geselecteerd waren op voorkeur voor glucose) gedurende 12 uur geen toegang tot voedsel. Vervolgens kregen ze gedurende 12 uur toegang tot gewoon rattenvoer (chow) en een suikeroplossing, waarvan de eerste vier uur in het donker. Na een maand vertoonden de ratten verschijnselen van een verslaving (binge-eten, onthoudingsverschijnselen en heftige verlangens). Probleem hierbij is dat niet zozeer suiker de verschijnselen hoeft op te wekken, maar de studie-opzet op zich met een atypische voedingsregime. Bekend is bijvoorbeeld dat ratten gevoelig zijn voor verstoringen van hun omgeving en dagritme. De resultaten zijn daardoor niet naar mensen toe te vertalen. Een niet onbelangrijk uitkomst is overigens dat de ratten in plaats van de suikeroplossing minder van hun voedsel gingen eten waardoor het lichaamsgewicht stabiel bleef [10]. Deze studies kunnen daarom niet aangehaald worden om mee te onderbouwen dat suikerverslaving de oorzaak is van gewichtstoename.
“Rats fed Daily Intermittent Sugar and Chow regulate their caloric intake by decreasing their chow intake to compensate for the extra calories obtained from sugar, which results in a normal body weight.” [8]
Hersenscans bevestigen suikerverslaving
Dr Mark Hymen zegt in de documentaire Fed Up dat het bestaan van suikerverslaving een biologisch feit is. Suiker zou zelfs 8x verslavender zijn dan cocaïne. Waar dat aantal op gebaseerd is, is een raadsel. Hij baseert het verslavende effect onder andere op hersenscans waarmee de afgifte van dopamine in de hersenen zichtbaar gemaakt kan worden. Dopamine is een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt bij plezier, blijdschap, motivatie en beloning. Het gebruik van drugs zoals cocaïne leidt tot een sterk verhoogde afgifte van dopamine. Daarom voelen mensen zich zo vrolijk en opgewekt na het gebruik van cocaïne. Suiker stimuleert ook de afgifte van dopamine maar in minder mate. Dit is zichtbaar op hersenscans. De ‘beloningsgebieden’ in de hersenen lichten dan op. De redenatie die daarop volgt is dat suiker ook verslavend is. Dopamine-afgifte is echter niet kenmerkend voor een verslaving. Lekker eten, luisteren naar muziek, lachen, seks, een overwinning behalen en lichaamsbeweging stimuleren ook allemaal de afgifte van dopamine. Het is een normale fysiologische reactie op plezier en genot. Evolutionair is het goed te verklaren dat eten de dopamine-afgifte stimuleert. Eten is namelijk een primaire levensbehoefte. Muizen die dopamine-deficiënt zijn gemaakt, zijn inactief, gaan niet op zoek naar voedsel en verhongeren [11].
Er circuleren op internet afbeeldingen van hersenscans waarop te zien zou zijn dat suiker tot een hogere dopamine-afgifte leidt dan cocaïne. In de documentaire Fed Up komt ook zo’n hersenscan voorbij (zie afbeelding). De herkomst en authenticiteit ervan is echter onduidelijk. Studies met ratten laten wel zien dat cocaïne de dopamine-spiegel duidelijk meer verhoogt dan suiker [12].
Suikerverslaving door afname dopamine-receptoren
Er is een theorie die zegt dat door lekker eten (waaronder suiker) de beloningsprikkels (dopamine-afgifte) in de hersenen zo sterk zijn waardoor het aantal dopamine-receptoren vermindert. Een gevolg hiervan is dat er steeds meer van die beloningsprikkels nodig zijn om hetzelfde gevoel te krijgen (een kenmerk van een verslaving). Er wordt dan gesproken van een Reward Deficiency Syndrome wat zou leiden tot overeten en obesitas. Recent is deze theorie getoetst door studies die daarnaar gekeken hebben samen te voegen. Er is gekeken of er een relatie bestaat tussen een polymorfie (een genmutatie die bij meer dan 1% van de bevolking voorkomt) van het dopamine D2 receptorgen (Taq1A) en obesitas [13]. Taq1A is geassocieerd met 30-40% minder dopamine D2 receptoren en verslavingen (drugs, alcohol, roken). Volgens de theorie zouden mensen met Taq1A meer eten en zwaarder zijn dan mensen zonder Taq1A. Op basis van 33 studies werd er echter geen relatie gevonden tussen Taq1A en obesitas. Wel werd er een relatie gevonden tussen Taq1A en eetgedrag dat niet onder verslaving valt, waaronder impulsiviteit.
Cocaïne en suiker hebben met elkaar gemeen dat ze de dopamine-afgifte stimuleren. Maar er zijn ook verschillen die toch wel belangrijker zijn. Cocaïne leidt op den duur bijvoorbeeld tot structurele veranderingen in de hersenen en van zenuwbanen. Het aantal dopamine-receptoren neemt af, er ontstaat tolerantie en na stoppen treden er ontwenningsverschijnselen op. Bij suiker zien we dat allemaal niet of nauwelijks gebeuren [5, 7]. We zien ook dat ratten stroomschokken overhebben om cocaïne te krijgen terwijl ze afhaken wanneer chocolademelk de beloning is [14]. Studies laten bovendien zien dat de voorkeur voor zoet afneemt bij het ouder worden [15, 16], wat niet past binnen het verslavingsmodel.
Verslaving, verleiding of eetgedrag?
Obesitas is een probleem voor de gezondheid. Het aanbod van voedingsmiddelen en de obesogene omgeving spelen hierbij een rol. Het grootste deel van de voedingsmiddelen dat in de supermarkt te koop is valt buiten de Schijf van vijf. Ze zijn geraffineerd, ontdaan van nuttige voedingsstoffen en er is suiker, zout, vet en/of smaakstoffen aan toegevoegd. Naast smaak wordt er door de fabrikant ook aandacht besteed aan kleur, textuur, consistentie, ‘bite’, geur, mondgevoel, smeltpunt, verpakking, reclame, etc om het voedingsmiddel zo onweerstaanbaar mogelijk te maken. Denk aan M&M’s met de krokante ‘bite’, de combinatie van suiker, vet en zout, de verschillende kleuren en de cacoa en andere smaakstoffen. Niet iedereen kan die verleiding weerstaan. Daar wordt in de documentaire Fed Up terecht aandacht aan besteed. Het aanbod van voedingsmiddelen in de supermarkt kan wel beter. Dat wil zeggen, minder voedingsmiddelen die buiten de Schijf van vijf vallen en meer die erbinnen vallen [17]. Zo blijft er keuzevrijheid, maar wordt de gezondere keuze makkelijker gemaakt. Maar kun je stellen dat suiker verslavend is? Een voorkeur hebben voor iets dat lekker is betekent niet dat er sprake is van een verslaving.
Voor één kilogram cocaïne betaal je ongeveer € 50.000,- [18]. In de supermarkt is een kilogram suiker te koop voor nog geen €0,70. Wanneer suikerverslaving bestaat zou de verkoop van pakken suiker spectaculair zijn en bij uitstek verslavingskenmerken moeten uitlokken. Toch zien we niet dat mensen als junkies een pak suiker leeg eten. In hoeverre blijft de stelling dan overeind dat suiker verslavend is? Zou er niet iets anders spelen dat over het hoofd wordt gezien? Een groep hersenwetenschappers uit acht landen heeft in 2014 een consensusverklaring opgesteld (gefinancierd door de Europese Unie) [6]. Daarin geven ze aan dat er geen bewijs is dat één voedingsstof, zoals suiker, potentieel verslavend is (uitgezonderd cafeïne). Er lijkt wel sprake te zijn van verslavingsachtig eetgedrag. Dat gedrag kan het gevolg zijn van een genetische aanleg voor overeten, chronische stress, angst, eenzaamheid of depressiviteit. De groep hersenwetenschappers vindt de term voedselverslaving dan ook misplaatst en stelt voor om de termen verslavingsachtig eetgedrag of eetverslaving te gebruiken. Daarmee wordt de aandacht op gedrag gevestigd (zoals bij een gok- en seksverslaving) en niet op een voedingsstof zoals suiker.
“As we pointed out in this review, there is very little evidence to indicate that humans can develop a “Glucose/Sucrose/Fructose Use Disorder” as a diagnosis within the DSM-5 category Substance Use Disorders.” [6]
Conclusie
In de documentaire Fed Up wordt gezegd dat suiker verslavend is. Bewijzen daarvoor ontbreken echter. Argumenten die worden aangehaald waaruit zou blijken dat suiker verslavend is zijn niet overtuigend. Dat betekent niet dat (teveel) suiker gezond is, maar het heeft geen verslavend effect. De documentaire Fed Up verspreidt hiermee een hardnekkig voedingsfabel en draagt bij aan de voedselverwarring.
Bronnen
- 3doc FedUp. Geraadpleegd: 1 juni 2016.
- Sugerchallenge.nl
- DSM. Geraadpleegd 1 juni 2016.
- Jellinek. Geraadpleegd 1 juni 2016.
- Benton D. The plausibility of sugar addiction and its role in obesity and eating disorders. Clin Nutr 2010; 29: 288–303.
- Hebebrand J, Albayrak O, Adan R, Antel J, Dieguez C, de Jong J et al. “Eating addiction”, rather than “food addiction”, better captures addictive-like eating behaviour. Neurosci Biobehav Rev 2014; 47: 295–306.
- Jong JW de. Eating addiction? The nerves and fibers that control food intake. ISBN: 978-94-6228-642-9. Publisher: Utrecht University.
- Avena NM, Rada P, Hoebel BG. Evidence for sugar addiction: behavioral and neurochemical effects of intermittent, excessive sugar intake. Neurosci Biobehav Rev. 2008;32(1):20-39.
- Avena NM, Long KA, Hoebel BG. Sugar-dependent rats show enhanced responding for sugar after abstinence: evidence of a sugar deprivation effect. Physiol Behav. 2005 Mar 16;84(3):359-62.
- Avena, N.M., Bocarsly, M.E., Hoebel, B.G., 2012. Animal models of sugar and fat bingeing: relationship to food addiction and increased body weight. Methods Mol. Biol. 829, 351–365.
- Szczypka MS, Kwok K, Brot MD, Marck BT, Matsumoto AM, Donahue BA, Palmiter RD. Dopamine production in the caudate putamen restores feeding in dopamine-deficient mice. Neuron. 2001 Jun;30(3):819-28.
- Lenoir M, Serre F, Cantin L, Ahmed SH. Intense sweetness surpasses cocaine reward. PLoS One. 2007 Aug 1;2(8):e698.
- Benton D, Young HA. A meta-analysis of the relationship between brain dopamine receptors and obesity: a matter of changes in behavior rather than food addiction? Int J Obes (Lond). 2016 Mar;40 Suppl 1:S12-21.
- de Jong JW, Meijboom KE, Vanderschuren LJMJ, Adan RAH. Low control over palatable food intake in rats is associated with habitual behavior and relapse vulnerability: individual differences. PLoS ONE. 2013 8: e74645.
- Desor JA, Beauchamp GK. Longitudinal changes in sweet preferences in humans. Physiol Behav. 1987;39(5):639-41.
- Desor JA, Greene LS, Maller O. Preferences for sweet and salty in 9- to 15-year-old and adult humans. Science. 1975 Nov 14;190(4215):686-7.
- Voedingscentrum. Richtlijnen Schijf van vijf. Den Haag, 29 maart 2016.
- Drugs Infoteam. Geraadpleegd: 1 juni 2016.
Fotocredits:
Sterk artikel. Ik schrok van de film ‘Fed Up’ als het ging om verslavingen. Ze brachten het zo sterk dat ik het gelijk geloofde. Dit relativeert de boel. Wat vinden jullie van de film ‘That Sugar’? Daar wordt ook gesproken van een suikerverslaving.
UPDATE
Er is een nieuw overzichtsartikel verschenen waarin het wel of niet bestaan van suikerverslaving besproken wordt [1]. De conclusie luidt:
“Given the lack of evidence supporting it, we argue against a premature incorporation of sugar addiction into the scientific literature and public policy recommendations.’
“In summary, the science of sugar addiction at present is not compelling. Nevertheless, sugar addiction remains a very popular and powerful idea, but as this special issue illustrates, it is by no means alone in this regard when it comes to misconceptions about sugar. Even the most perfunctory Internet search reveals how much emotive and explanatory power the term ‘sugar addiction’ has when used in its lay sense for individuals personally, as well as in the context of major public debates such as those over the sugar tax or campaigns such as Action on Sugar in the UK. Although the concept as we discuss it here is far more rigorous, the lay interpretation raises the question of whether sugar addiction is a useful (if not valid) concept to help tackle obesity and/or change the food environment?”
Referentie
1. Westwater ML, Fletcher PC, Ziauddeen H.Sugar addiction: the state of the science. Eur J Nutr. 2016 Jul 2. https://www.repository.cam.ac.uk/bitstream/handle/1810/256387/Westwater_et_al-2016-European_Journal_of_Nutrition-VoR.pdf?sequence=5&isAllowed=y