Volgens het CBS werken 4,5 miljoen Nederlanders (51% van de werkende Nederlandse beroepsbevolking) vaak of soms in de avonduren en ruim 1,3 miljoen Nederlanders vaak of soms in de nacht (1). Zij hebben te maken met onregelmatige werktijden en werken bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, industrie, horeca en hulpdiensten. Grote kans dus dat jij, of iemand die je kent, onregelmatig werkt!  Je diensten kunnen sterk wisselen waardoor je werkt als anderen vrij zijn of slapen en andersom. Hierdoor kan ook je voedingspatroon veranderen. Je hebt bijvoorbeeld meer of juist minder zin in eten of eet op ongewone tijdstippen. Het kan dan een uitdaging zijn om gezond te blijven eten. Wat zegt de wetenschap over de voedingspatronen van mensen die onregelmatig werken, en de effecten daarvan op gezondheid? En welke tips kun je toepassen om je voedingspatroon te optimaliseren als je onregelmatig werkt?

Voedingspatronen van mensen die onregelmatig werken 

Als we naar de totale hoeveelheid energie die wordt ingenomen kijken, laten de meeste wetenschappelijke onderzoeken zien dat de totale dagelijkse energie-inname gelijk is tussen mensen die onregelmatig werken en mensen die regelmatig en overdag werken (2,3). Wanneer we inzoomen op de groep die onregelmatig werkt, zien we dat het soort dienst (ochtend-, avond- of nachtdienst) hier ook niet van invloed op is (4). Hierbij moet wel vermeld worden dat het lastig is om dit met zekerheid te concluderen, omdat het bepalen van de energie-inname per 24 uur lastig te bepalen is wanneer werk-, slaap- en eettijden constant wijzigen (4). Daarnaast is er in wetenschappelijke onderzoeken geen eenduidig bewijs te vinden voor een eventueel verschil in de inname van bepaalde macronutriënten (koolhydraten, vetten of eiwitten) of micronutriënten (vitamines en mineralen) tussen mensen die onregelmatig en regelmatig werken (2,3). Ondanks dat er in deze beide parameters geen verschillen worden gevonden, treden er ander soort veranderingen op in het voedingspatroon bij onregelmatige werktijden (5). Mensen die onregelmatig werken verdelen hun maaltijden anders over de dag, slaan vaker een maaltijd over, eten vaker ’s nachts en eten vaker kleine tussendoortjes in plaats van een volwaardige maaltijd, waardoor het algehele voedingspatroon in zijn geheel onregelmatig is (3–5). Sommige wetenschappelijke studies laten zien dat mensen die onregelmatig werken meer frisdrank en verzadigd vet binnenkrijgen in vergelijking met mensen die regelmatig werken, en er mogelijk een ongezonder voedingspatroon op na houden (3,5,6), maar er is nog te weinig onderzoek uitgevoerd om hier met zekerheid iets over te kunnen zeggen. Over het algemeen kunnen we dus concluderen dat mensen die onregelmatig werken een onregelmatig voedingspatroon hebben, wat gekenmerkt wordt door eten op afwisselende tijden, een andere maaltijdverdeling en maaltijdhoeveelheid, en mogelijk ook een andere samenstelling van de maaltijden en tussendoortjes.

Waardoor raakt het voedingspatroon ontregeld?

Dat onregelmatig werken gepaard gaat met een onregelmatig voedingspatroon kan verklaard worden aan de hand van diverse biologische, organisatorische en sociale factoren (5,7). Door de wisselende diensten leidt onregelmatig werken bij veel mensen tot slaapproblemen en slaaptekorten, vooral wanneer er veel vroege ochtenddiensten of nachtdiensten gedraaid worden, en wanneer verschillende soorten diensten zich snel achter elkaar opvolgen (7–10). Slaaptekorten kunnen enerzijds tot vermoeidheid en een verminderd concentratievermogen leiden (7), en anderzijds de energie-inname verhogen (11–13). Een hogere energie-inname als gevolg van een slaaptekort wordt vaak getriggerd door een verhoogde activiteit van het beloningssysteem in de hersenen, waardoor de trek in (vaak ongezond voedsel) toeneemt (13,14). Aangezien de energie-inname bij mensen die onregelmatig werken echter niet hoger is dan bij mensen die regelmatig werken, lijkt het aannemelijk dat er niet zozeer meer, maar bijvoorbeeld energierijker en minder gezond wordt gegeten (3,5). Er zijn ook wetenschappelijke onderzoeken die aantonen dat een verstoorde afgifte van de hormonen die honger (ghreline) en verzadiging (leptine) reguleren hier een rol bij spelen (15,16), maar in andere onderzoeken wordt dit niet aangetoond (13,17). Hierover kan dus geen eenduidige conclusie worden getrokken. Het lijkt er dus op dat het beloningssysteem een grote rol speelt. Naast deze factor spelen organisatorische en sociale factoren ook een rol (5,7). Tijdens avond- en nachtdiensten is de personeelsbezetting vaak lager dan overdag, waardoor je vaak pas kunt eten als er tijd voor is. Ook is er meestal geen tijd is om samen met collega’s pauze te houden. Buiten de werktijden om eten mensen die onregelmatig werken ook vaak op andere tijden dan hun partner, gezin of vrienden, omdat ze slapen of juist aan het werk zijn op het moment dat anderen samen eten. Tot slot is er overdag vaak een ruimer aanbod aan voedsel in kantines en bedrijfsrestaurants dan ’s avonds en ’s nachts. Je kunt dus minder makkelijk een gezonde maaltijd of tussendoortje scoren en moet erg goed voorbereid zijn om niet afhankelijk te worden van de snoepautomaat tijdens je dienst.

Het effect van een onregelmatig voedingspatroon op de stofwisseling

Een onregelmatig eetpatroon als gevolg van onregelmatige werktijden kan leiden tot verstoringen in diverse stofwisselingsprocessen, waarbij ontregeling van de biologische klok centraal staat (5,7,18). Mensen zijn erop ingesteld om overdag actief te zijn en ’s nachts te slapen en te herstellen. Dit wordt gereguleerd door onze biologische klok (19). Onze centrale biologische klok bestaat uit een groep zenuwcellen in de hersenen welke een 24-uurs ritme aanhouden, ook wel circadiaans (circa = omstreeks, dia = dag) ritme genoemd (19). Dit ritme wordt aangepast aan de aanwezigheid van licht- en donkersignalen, waardoor specifieke dag- en nachtritmen in bijvoorbeeld het slaap/waakritme, regulatie van de lichaamstemperatuur, hormoonafgifte en stofwisseling ontstaan (20–22). Naast de centrale biologische klok in de hersenen bevinden zich in verschillende organen, zoals de lever, alvleesklier en maag, ook perifere klokken, ook wel bijklokken genoemd (20,23). Deze perifere klokken worden niet door licht- en donkersignalen, maar door voedselinname aangestuurd. In zijn geheel genomen wordt de biologische klok dus aangestuurd door zowel licht- en donkersignalen als de voedselinname. Dit verklaart waarom de biologische klok vaak van slag is bij mensen die onregelmatig werken. Ze werken regelmatig ’s nachts, slapen soms overdag en eten vaak onregelmatig. De centrale klok en perifere klokken moeten zich dan constant aanpassen. Hierdoor raakt de hormoonafgifte en stofwisseling in de war (7,24). Door de aanwezigheid van licht en donker op steeds afwisselende tijden raakt bijvoorbeeld de afgifte van melatonine van slag, waardoor je slaap negatief beïnvloed wordt (18). Omdat de stofwisseling ook een duidelijk dag- en nachtritme heeft, leidt een onregelmatig voedingspatroon ook tot veranderingen in de voedselvertering (5,25). Het lichaam is erop ingesteld om overdag, wanneer men normaliter eet en actief is, voedsel af te breken. Gedurende de nacht, wanneer men normaliter niet eet en slaapt, is het lichaam niet ingesteld op voedselvertering.  De glucose- en vethuishouding kent dus een duidelijk dag- en nachtritme (25,26). Wetenschappelijke onderzoeken laten dan ook zien dat eten gedurende de nacht leidt tot hogere glucosespiegels (27) en mogelijk ook tot hogere niveaus van vetten (28) dan eten gedurende de dag. Lange termijn verstoringen in de glucose- en vethuishouding zijn bekende risicofactoren voor de ontwikkeling van diabetes type 2, hart- en vaatziekten en obesitas (29,30).

Gezondheidsrisico’s door onregelmatig werken

Als we dan kijken naar de relatie tussen onregelmatig werken en het optreden van bovenstaande ziekten, vindt wetenschappelijk onderzoek sterk bewijs voor een verband tussen onregelmatig werken een hoger risico hebben op de ontwikkeling van diabetes type 2 (31,32) en hart- en vaatziekten (33–35). Ook worden er verbanden gevonden tussen onregelmatig werken en een hoger risico op de ontwikkeling van obesitas en het metabool syndroom (36,37), maar omdat de huidige beschikbare studies veel methodologische verschillen laten zien kan dat nog niet met zekerheid gezegd worden. Het is belangrijk om hierbij te vermelden dat het samengesteld effect van een onregelmatig voedingspatroon, de afwisselende blootstelling aan licht en donker, slaaptekorten en andere leefstijlveranderingen (bijvoorbeeld minder lichaamsbeweging) uiteindelijk leidt tot de bovengenoemde verstoringen in de stofwisseling waardoor dit risico toeneemt onder mensen die onregelmatig werken (7). Ook is het belangrijk om te benoemen dat de ene persoon gevoeliger is voor de gevolgen van onregelmatig werken dan anderen, waarbij leeftijd, geslacht en genen van invloed zijn (38). Genen bepalen bijvoorbeeld of je een ochtend- of avondmens bent en avondmensen lijken beter bestand tegen onregelmatig werken dan ochtendmensen (38).

Voedingstips bij onregelmatig werken

Er zijn nog weinig wetenschappelijk onderbouwde voedingsadviezen die toegepast kunnen worden bij onregelmatige werktijden. Op basis van de huidige onderzoeken kunnen we echter wel voedingstips geven om de biologische klok zo min mogelijk te verstoren en wat praktische tips om gezond eten ook haalbaar te maken. Deze tips zullen echter niet voor iedereen werken of haalbaar zijn. Kijk dus wat bij jou past en luister goed naar je lichaam!

Algemene voedingstips

  • Houd zo veel mogelijk vast aan het biologische dag- en nachtritme van je lichaam. Eet dus overdag en vermijd of beperk eten gedurende de nacht (tussen 00:00 en 06:00u);
  • Zorg dat je per 24 uur in ieder geval 3 hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch en diner) eet. Eet deze maaltijden zo veel mogelijk op vaste tijdstippen. Vermijd het eten van grote hoofdmaaltijden 1 tot 2 uur voor het slapengaan;
  • Eet gevarieerd en volgens de richtlijnen van de Schijf van Vijf (39). Kies voor voldoende groente en fruit, volkoren producten, zuivel of plantaardige eiwitbronnen en eet regelmatig producten met onverzadigde vetten zoals noten, avocado’s en vette vis. Zo krijg je voldoende voedingsstoffen en vitamines, mineralen en vezels binnen om optimaal te functioneren;
  • Kies voor gezonde tussendoortjes zoals fruit, snoepgroenten met hummus, een handje noten, volkoren crackers of rijstwafels met mager beleg of pindakaas of gekookte eieren. Vermijd of beperk de inname van sterk bewerkte voedingsmiddelen zoals frisdrank, candybars, koek, snoep, chips en gefrituurd voedsel;
  • Probeer op het werk je eetmomenten buiten de directe werkomgeving te organiseren (bijvoorbeeld in de kantine) en eet samen met collega’s. Probeer buiten het werk regelmatig samen met je partner, gezin of vrienden te eten;
  • Drink voldoende water of andere gezonde dranken om goed gehydrateerd te blijven;
  • Beperk de inname van alcohol en cafeïne, en vermijd inname in ieder geval voor het slapengaan.

Extra voedingstips bij een ochtenddienst:

  • Als je heel vroeg moet beginnen heb je misschien nog niet zoveel trek hebt in een groot ontbijt. Eet dan thuis iets kleins zoals een plak bananenbrood, cracker met beleg of een bakje kwark;
  • Eet tijdens de pauze op je werk (of thuis als je later begint) een groter ontbijt zoals havermout, volkorenbrood met gezond beleg of kwark met granola en fruit;
  • Eet je lunch en diner op de vaste tijden zoals je normaal ook doet en eventueel wat gezonde tussendoortjes;
  • Ga op tijd naar bed en probeer 1 tot 2 uur voor het slapengaan je laatste tussendoortje te eten.

Extra voedingstips bij een middagdienst

  • Ontbijt zoals je normaal ook doet, en probeer niet te lang uit te slapen;
  • Eet je lunch thuis voordat je aan je middagdienst begint en eet je zelf meegebrachte diner tijdens de pauze op je werk. Je zou de lunch en diner om kunnen wisselen, lunch bijvoorbeeld warm met pasta of rijst en dineer met een lichtere broodmaaltijd of salade;
  • Beperk ’s avonds de inname van cafeïne en alcohol, zodat je sneller in slaap valt.

Extra voedingstips bij een nachtdienst

  • Houd zoveel mogelijk hetzelfde eetritme aan als bij een ochtend- en middagdienst;
  • Ontbijt voordat je overdag gaat slapen. Zo word je niet wakker van de honger. Probeer het ontbijt minstens 1 tot 2 uur voor het slapengaan te eten. Eet het bijvoorbeeld op je werk voordat je naar huis gaat;
  • Je kunt proberen om extra koolhydraten aan je ontbijt toe te voegen, omdat enkele wetenschappelijke studies laten zien dat koolhydraatrijk voedsel de slaapkwaliteit verbetert (40). Het bewijs hiervoor is echter beperkt en er is meer onderzoek nodig om dit te kunnen bevestigen (40), maar misschien werkt het voor jou. Maak bijvoorbeeld een lekker havermoutontbijt met banaan of kies voor volkoren boterhammen;
  • Eet na het opstaan een late lunch. Omdat veel mensen pas rond 16:00/17:00u wakker worden, kan het wenselijk zijn om hier een warme maaltijd te eten;
  • Eet voordat je aan je nachtdienst begint je laatste hoofdmaaltijd. Dit kan een warme maaltijd zijn, maar kan ook een lichtere broodmaaltijd of salade zijn;
  • Beperk je voedselinname tijdens je nachtdienst zo veel mogelijk. Probeer in ieder geval geen grote hoofdmaaltijd te eten tussen 00:00 en 06:00u. Kies eventueel voor een gezond tussendoortje. Hierbij moeten we vermelden dat dit voor mensen met fysiek zware beroepen, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, niet altijd haalbaar is. Wij raden dan ook aan om goed naar je lichaam te luisteren en te kiezen voor een groter tussendoortje of een kleine maaltijd als je lichaam daarom vraagt! Let er dan wel op dat er voldoende vezels en langzame koolhydraten in zitten, zodat je glucosespiegel langzaam stijgt en niet gaat pieken, zoals bij koek en wit brood.

Praktische tips

  • Maak een maaltijdplanning. Bekijk één keer per week hoe je werkrooster eruitziet en wat de gevolgen zijn voor je eetmomenten. Bedenk op welke (vaste) tijdstippen je kunt eten en wanneer je tijd hebt om alvast een aantal maaltijden voor te bereiden. De Instagram cursus Maaltijdplannen met Claudia kan je zeker helpen om een routine te ontwikkelen die bij jou en je onregelmatige werksituatie past;
  • Voorbereiding is je sleutel tot succes. Zorg dat je niet afhankelijk wordt van de snoepautomaat op het werk of ongezonde verleidingen op weg naar huis. Bereid maaltijden van tevoren voor en kies hierbij voor gerechten die na opwarmen ook nog lekker zijn, zoals pasta, curry of soep. Zorg dat je gezonde tussendoortjes bij hebt zoals fruit en snoepgroente, een plak bananenbrood of bananenpannenkoekjes of een stuk zwarte bonen brownie om je zoete trek te stillen;
  • Ken je valkuilen. Trek je die zak chips open na een avonddienst, kun je de geur van verse croissants bij de bakker om de hoek niet weerstaan na een nachtdienst, of eet je juist een hele reep chocolade op om vier uur ’s middags na een vroege ochtenddienst? Als je je valkuilen kent, kun je hier beter op inspelen. Koop een lekkere hummus om je zin in zout te verminderen ‘s avonds, zorg dat je lekkere havermoutmuffins hebt klaarstaan als ontbijt of duik ’s middags de keuken in en bak een lekker bananenbrood om je zoete trek te stillen!

Conclusie

Onregelmatig werken gaat vaak hand in hand met een onregelmatig voedingspatroon, wat gekenmerkt wordt door eten op afwisselende tijden en een andere maaltijdverdeling, maaltijdhoeveelheid, en mogelijk ook een andere maaltijdsamenstelling in vergelijking met het voedingspatroon van mensen die regelmatig werken. Deze onregelmatigheid zorgt ervoor dat de biologische klok in de war wordt geschopt waardoor verschillende stofwisselingsprocessen ook verstoord raken. Deze verstoringen kunnen op lange termijn een risicofactor vormen voor het ontwikkelen van diabetes type 2, hart- en vaatziekten en mogelijk ook obesitas. Als je onregelmatig werkt is het dus van belang om zo veel mogelijk regelmaat aan te brengen in je voedingspatroon. Je biologische klok raakt dan zo min mogelijk verstoord en je vermindert de gezondheidsrisico’s.

Bronnen

  1. CBS. Werkzame beroepsbevolking; werken buiten kantoortijden [Internet]. 2019.
  2. Bonham MP, Bonnell EK, Huggins CE. Energy intake of shift workers compared to fixed day workers: A systematic review and meta-analysis. Chronobiol Int. 2016;33(8):1086–100.
  3. Souza RV, Sarmento RA, de Almeida JC, Canuto R. The effect of shift work on eating habits: a systematic review. Scand J Work Environ Health. 2019;(1):7–21.
  4. Cayanan EA, Eyre NAB, Lao V, Comas M, Hoyos CM, Marshall NS, et al. Is 24-hour energy intake greater during night shift compared to non-night shift patterns? A systematic review. Chronobiol Int. 2019 Dec;36(12):1599–612.
  5. Arne L, Moreno C, Holmbäck U, Lennernäs M, Tucker P. Eating and shift work – effects on habits, metabolism and performance. Scand J Work Environ Health. 2010;(2):150–62.
  6. Esquirol Y, Bongard V, Mabile L, Jonnier B, Soulat J, Perret B. Shift Work and Metabolic Syndrome: Respective Impacts of Job Strain, Physical Activity, and Dietary Rhythms. Chronobiol Int. 2009 Jan 1;26(3):544–59.
  7. Kecklund G, Axelsson J. Health consequences of shift work and insufficient sleep. BMJ. 2016;355.
  8. Linton SJ, Kecklund G, Franklin KA, Leissner LC, Sivertsen B, Lindberg E, et al. The effect of the work environment on future sleep disturbances: a systematic review. Sleep Med Rev. 2015 Oct;23:10–9.
  9. Pilcher JJ, Lambert BJ, Huffcutt AI. Differential effects of permanent and rotating shifts on self-report sleep length: a meta-analytic review. Sleep. 2000 Mar;23(2):155–63.
  10. Vedaa Ø, Harris A, Bjorvatn B, Waage S, Sivertsen B, Tucker P, et al. Systematic review of the relationship between quick returns in rotating shift work and health-related outcomes. Ergonomics. 2016;59(1):1–14.
  11. Fenton S, Burrows TL, Skinner JA, Duncan MJ. The influence of sleep health on dietary intake: a systematic review and meta-analysis of intervention studies. J Hum Nutr Diet. 2020 Oct;
  12. Chapman CD, Benedict C, Brooks SJ, Schiöth HB. Lifestyle determinants of the drive to eat: a meta-analysis. Am J Clin Nutr. 2012 Sep;96(3):492–7.
  13. Zhu B, Shi C, Park CG, Zhao X, Reutrakul S. Effects of sleep restriction on metabolism-related parameters in healthy adults: A comprehensive review and meta-analysis of randomized controlled trials. Sleep Med Rev. 2019;45:18–30.
  14. Rihm XJS, Menz XMM, Schultz H, Bruder L, Schilbach L, Schmid SM, et al. Sleep Deprivation Selectively Upregulates an Amygdala – Hypothalamic Circuit Involved in Food Reward. 2019;39(5):888–99.
  15. Lin J, Jiang Y, Wang G, Meng M, Zhu Q, Mei H, et al. Associations of short sleep duration with appetite-regulating hormones and adipokines: A systematic review and meta-analysis. Obes Rev  an Off J Int Assoc Study  Obes. 2020 Nov;21(11):e13051.
  16. Leproult R, Van Cauter E. Role of sleep and sleep loss in hormonal release and metabolism. Endocr Dev. 2010;17:11–21.
  17. Capers PL, Fobian AD, Kaiser KA, Borah R, Allison DB. A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials of the impact of sleep duration on adiposity and components of energy balance. 2015;(September):771–82.
  18. Arendt J. Shift work: coping with the biological clock. Occup Med (Chic Ill). 2010 Jan 1;60(1):10–20.
  19. Roenneberg T, Merrow M. The Circadian Clock and Human Health. Curr Biol. 2016;26(10):R432–43.
  20. Panda S. Circadian physiology of metabolism. Science (80- ). 2016 Nov 25;354(6315):1008 LP – 1015.
  21. Refinetti R, Menaker M. The circadian rhythm of body temperature. Physiol Behav. 1992;51(3):613–37.
  22. Fonken LK, Nelson RJ. The Effects of Light at Night on Circadian Clocks and Metabolism. Endocr Rev. 2014 Aug 1;35(4):648–70.
  23. Asher G, Sassone-Corsi P. Time for Food: The Intimate Interplay between Nutrition, Metabolism, and the Circadian Clock. Cell. 2015;161(1):84–92.
  24. Morris CJ, Aeschbach D, Scheer FAJL. Circadian system, sleep and endocrinology. Mol Cell Endocrinol. 2012;349(1):91–104.
  25. Poggiogalle E, Jamshed H, Peterson CM. Circadian regulation of glucose, lipid, and energy metabolism in humans. Metabolism. 2018;84:11–27.
  26. Van Cauter E, Polonsky KS, Scheen AJ. Roles of circadian rhythmicity and sleep in human glucose regulation. Endocr Rev. 1997 Oct;18(5):716–38.
  27. Leung GKW, Huggins CE, Ware RS, Bonham MP. Time of day difference in postprandial glucose and insulin responses: Systematic review and meta-analysis of acute postprandial studies. Chronobiol Int. 2020 Mar;37(3):311–26.
  28. Bonham MP, Kaias E, Zimberg I, Leung GKW, Davis R, Sletten TL, et al. Effect of Night Time Eating on Postprandial Triglyceride Metabolism in Healthy Adults: A Systematic Literature Review. J Biol Rhythms. 2019 Jan 25;34(2):119–30.
  29. Laakso M, Kuusisto J. Insulin resistance and hyperglycaemia in cardiovascular disease development. Nat Rev Endocrinol. 2014;10(5):293–302.
  30. Antunes LC, Levandovski R, Dantas G, Caumo W, Hidalgo MP. Obesity and shift work: chronobiological aspects. Nutr Res Rev. 2010/02/02. 2010;23(1):155–68.
  31. Gan Y, Yang C, Tong X, Sun H, Cong Y, Yin X, et al. Shift work and diabetes mellitus: a meta-analysis of observational studies. Occup Environ Med. 2015 Jan;72(1):72–8.
  32. Li W, Chen Z, Ruan W, Yi G, Wang D, Lu Z. A meta-analysis of cohort studies including dose-response relationship between shift work and the risk of diabetes mellitus. Eur J Epidemiol. 2019 Nov;34(11):1013–24.
  33. Torquati L, Mielke GI, Brown WJ, Kolbe-Alexander T. Shift work and the risk of cardiovascular disease. A systematic review and meta-analysis including dose-response relationship. Scand J Work Environ Health. 2018 May;44(3):229–38.
  34. Vyas M V, Garg AX, Iansavichus A V, Costella J, Donner A, Laugsand LE, et al. Shift work and vascular events: systematic review and meta-analysis. BMJ. 2012;345.
  35. Wang D, Ruan W, Chen Z, Peng Y, Li W. Shift work and risk of cardiovascular disease morbidity and mortality: A dose–response meta-analysis of cohort studies. Eur J Prev Cardiol. 2018;25(12):1293–302.
  36. Sun M, Feng W, Wang F, Li P, Li Z, Li M, et al. Meta-analysis on shift work and risks of specific obesity types. Obes Rev an Off J Int Assoc Study  Obes. 2018 Jan;19(1):28–40.
  37. Liu Q, Shi J, Duan P, Liu B, Li T, Wang C, et al. Is shift work associated with a higher risk of overweight or obesity? A systematic review of observational studies with meta-analysis. Int J Epidemiol. 2018 Dec;47(6):1956–71.
  38. Saksvik IB, Bjorvatn B, Hetland H, Sandal GM, Pallesen S. Individual differences in tolerance to shift work–a systematic review. Sleep Med Rev. 2011 Aug;15(4):221–35.
  39. Voedingscentrum. Wat staat er in de Schijf van Vijf? [Internet]. 2015.
  40. St-Onge M-P, Mikic A, Pietrolungo CE. Effects of Diet on Sleep Quality. Adv Nutr. 2016 Sep;7(5):938–49.