Een aantal maanden geleden besliste de rechter van het Europese Hof van Justitie dat sojamelk geen sojamelk meer mag heten (1,2). Te verwarrend voor de consument. Die zou immers kunnen denken dat hij echt mélk gekocht had, gemolken door de boer, van échte koeien (of dan op zijn minst schapen of geiten). En dat is niet zo want het is natuurlijk gemaakt van sojabonen. Niets gaat boven de bescherming van de eenvoudige consument. Of hebben we hier te maken met een mooi staaltje hypocrisie?
Wat mag niet (meer) en snijdt het verbod hout?
Plantaardige zuivelvervangers mogen de naam van de originele, dierlijke, variant van het product niet meer in zich dragen (2). Dus sojamelk, amandelmelk, havermelk en rijstmelk moeten voortaan door het leven als soja-, amandel-, haver- of rijstdrink. Dat lijkt een simpele en haalbare oplossing. Aangezien zeker amandel-, haver- en rijstdrink een flink afwijkende voedingswaarde hebben van gewone melk kan dit zeker onderscheid maken. Zuivelproducten zijn zeker voor jonge kinderen een belangrijke bron van eiwit (= bouwstof!) en die ontbreekt of is heel laag in de plantaardige varianten, met uitzondering van sojadrink (3, 6). Ook bevatten slechts de commerciële varianten zoals die van het merk Alpro of van huismerken van supermarkten dezelfde hoeveelheid vitamines zoals die ook in zuivel voorkomen (7). Het gaat met name om toevoeging van vitamine B12: de enige vitamine die uitsluitende in dierlijke producten voorkomt en nodig is voor groei en opbouw van het zenuwstelsel. Ook vitamine B1, B2 en D worden vaak toegevoegd. Maar het gelijktrekken van deze voedingswaarde gebeurt zeker niet altijd bij producten die biologisch zijn en/of in natuurvoedings- of reform winkels worden verkocht. In die zin zou je het zeker bescherming van de consument kunnen noemen.
Het gebruik van uitsluitend plantaardige zuivelproducten voor zeer jonge kinderen kan namelijk dramatisch uitpakken zoals onlangs is gebeurd in België waar een baby is overleden doordat deze geen zuivel of babymelk kreeg (4). Voor de groei en ontwikkeling van kinderen is het binnenkrijgen van een gebalanceerde voeding met alle voedingsstoffen essentieel. Hoewel kinderen prima vegetarisch en zonder zuivel opgevoed kunnen worden is het risico op tekorten groter naarmate het kind jonger is en voedingspatroon meer restricties kent (5,8,9). Naast het verbod op sojamelk mogen logischerwijs termen als sojayoghurt, sojakwark, maar ook sojakaas en soja-ijs niet meer. Daar wordt het wat lastig. Want bedenk maar eens een andere naam voor yoghurt, kwark, kaas of ijs? En wel iets wat commercieel aantrekkelijker is dan “plantaardige dikvloeibare substantie op basis van soja als alternatief voor zuivel”. De fabrikanten zullen vast hoofdbrekens hebben om dit vorm te geven. En dat terwijl plantaardige zuivel voor (oudere) kinderen volwassenen een prima alternatief kan zijn voor gewone zuivel en geassocieerd wordt met een lager impact op het milieu (10,11).
Wat mag er wel?
Pindakaas mag wel gewoon pindakaas blijven heten. Omdat dit zo’n ingeburgerd begrip is dat er geen verwarring over kan ontstaan. Althans, dat vindt de rechter (2). Ook kokosmelk mag kokosmelk blijven heten. Tenminste, als het over de ingedikte kokosmelk gaat die je voor je Oosterse gerecht gebruikt. Ook dit is een ingeburgerd begrip. De kokosmelk die je drinkt als melk mag geen kokosmelk meer heten, maar wordt dus kokosdrink. Volg je het nog? Het komt er op neer dat zuivelbenamingen uitsluitend mogen bij producten die zo overduidelijk geen zuivel zijn dat er geen verwarring kan ontstaan bij de consument (2,12). Overigens gelden in verschillende Europese landen natuurlijk weer verschillende regels over wat wel en niet ingeburgerde begrippen zijn. Pindakaas zal hier geen pindaboter (peanutbutter) mogen heten en in Groot-Brittanië vast geen peanut cheese. Gelukkig passeren burgers in Europa nooit de landsgrenzen dus de duidelijkheid en bescherming blijven zo optimaal gewaarborgd. Teun van de Keuken haalde deze discrepantie al fijntjes aan in zijn column in de Volkskrant van 3 juli.
Hypocriet of bescherming van de burger?
Het wijzigen van de namen van de plantaardige zuivelvervangers snijdt wel degelijk hout als je kijkt naar het verschil in voedingswaarde (6). Aan de andere kant kun je jezelf, objectief bekeken, afvragen of “soja” voor “melk” niet net zoveel duidelijkheid of onduidelijkheid biedt als de “pinda” voor de “kaas”. Een kleine, niet representatieve steekproef in de plaatselijk supermarkt toonde aan dat niemand die sojamelk, amandelmelk, havermelk of sojayoghurt in zijn karretje had oprecht verbaasd was over het feit dat het niet van een koe afkomstig was. Zit de oplossing niet in het scheppen van een duidelijker beeld over de ingrediënten én de voedingswaarde? Granaatappelsap waar bij de gratie 2% granaatappel overheen is gevlogen en voor de rest grotendeels bestaat uit appelsap mag wel “granaatappelsap” heten. Krabsalade met 10% krab en de rest surimi (nep krab) mag wel “krabsalade” heten. Plakjes cheddar kaas die voor de helft uit cheddar bestaan mogen wel “cheddarkaas” heten, zoals de Keuringsdienst van Waarde feilloos wist te ontleden (13). Als de rechter consequent is zou hij ook daar iets van moeten vinden. Ik vind het een grotere misleiding om granaatappelsap zonder granaatappel te kopen dan sojamelk waar op staat dat het SOJAmelk is.
Waar is geen uitspraak over gedaan?
De uitspraak heeft uitsluitend betrekking op plantaardige producten met een zuivelbenaming. Over andere plantaardige of vegetarische producten is (nog) geen concrete uitspraak gedaan, anders dan dat de sojaburgers vooralsnog gewoon zo genoemd mogen worden. Maar mogen de vegetarische burger, de vegetarische worstjes of de vegetarische filet americain straks nog zo heten? Of is het begrip “vegetarisch” voor de vleesbenaming niet afdoende? En dat iemand de fabrikant aanklaagt omdat hij vegetarische worstjes had gekocht terwijl hij toch dacht worstjes van écht vlees gekocht te hebben? Zover is het nog niet, maar op basis van de huidige uitspraak lijkt het plotseling niet eens zo’n heel gek scenario.
Conclusie
Het herbenoemen van plantaardige producten in nieuwe, wellicht minder duidelijk benamingen zou de consumptie van dierlijke producten in de hand kunnen te werken. Maar aangezien de aandacht voor een meer plantaardige voeding toeneemt kan het juist ook kansen bieden voor de fabrikanten van plantaardige levensmiddelen om de producten aantrekkelijker en nog meer onderscheidend te maken van dierlijke producten. Of het de consument meer duidelijkheid en zekerheid biedt is nog maar de vraag. Misschien als het gaat om enkele specifieke producten, maar het beschermt de consument zeker niet tegen de misleiding die in de levensmiddelenindustrie en dus in de supermarkt welig tiert. En dat zou het doel toch moeten zijn van de levensmiddelenwetgeving?
Bronnen
- Redactie Volkskrant (2017, 14 juni). Sojamelk mag geen ‘sojamelk’ meer heten van de rechter, ‘sojaburger’ kan wel. De Volkskrant. Geraadpleegd op 25 juli
- Infocuria (2017, 14 juni). Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten – Verordening (EU) nr. 1308/2013 – Artikel 78 en bijlage VII, deel III – Besluit 2010/791/EU – Definities, aanduidingen en verkoopbenamingen – ‚Melk’ en ‚Zuivelproducten’ – Benamingen gebruikt voor de afzetbevordering en de afzet van zuiver plantaardige levensmiddelen”. Geraadpleegd op 25 juli
- Van Rossem, C.T.M. et al. The diet of the Dutch Results of the first two years of the Dutch National Food Consumption Survey 2012-2016. RIVM, 2016
- Redactie Nieuwsblad (2017, 16 mei). Lucas stierf van de honger, maar zijn ouders bleven geloven in lapmiddelen. Het Nieuwsblad. Geraadpleegd op 25 juli
- Schürmann, S. et al. Vegetarian diets in children: a systematic review. Eur J Nutr. 2017 Aug;56(5):1797-1817.
- Singhal, S. et al. A Comparison of the Nutritional Value of Cow’s Milk and Nondairy Beverages. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2017 May;64(5):799-805.
- NEVO online (2016). Nederlands Voedingsstoffenbestand. RIVM. Geraadpleegd op 26 juli
- Van Winckel, M. et al. Clinical practice: vegetarian infant and child nutrition. Eur J Pediatr. 2011 Dec;170(12):1489-94
- Temme, E.A. et al. How may a shift towards a more sustainable food consumption pattern affect nutrient intakes of Dutch children? Public Health Nutr. 2015 Sep;18(13):2468-78
- Temme, E.A. et al. Greenhouse gas emission of diets in the Netherlands and associations with food, energy and macronutrient intakes. Public Health Nutr. 2015 Sep;18(13):2433-45.
- Perignon, M. et al. Improving diet sustainability through evolution of food choices: review of epidemiological studies on the environmental impact of diets. Nutr Rev. 2017 Jan;75(1):2-17
- nl (2016). Warenwetbesluit zuivel. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Geraadpleegd op 26 juli
- NPO (2015). Keuringsdienst van Waarde, Cheddar. Aflevering 55 november 2015. Geraadpleegd op 26 juli
- Keuken van de, T. (2017, 3 juli). Het grote ‘verwarringsgevaar’: Sojamelk mag geen soja’melk’ meer heten. De Volkskrant. Geraadpleegd op 25 juli
Halleluja, je weet precies de vinger op de zere plek te leggen. Heldere analyse geef je, ik kan mij goed vinden in de conclusies die worden getrokken. Ik geef wel een tip voor de toekomst: het Nederlands is hier en daar wat krakkemikkig. Er zijn wat overduidelijke spelfouten (“Wat mag niet (meer) en snijdT het verbod hout?”) en sommige zinnen zitten grammaticaal niet goed in elkaar (“Hoewel kinderen prima vegetarisch en zonder zuivel opgevoed kunnen worden is het risico op tekorten groter naarmate het kind jonger is en HET/HUN voedingspatroon meer restricties kent (5,8,9).”). Ik ben geen Neerlandica en mijn Nederlands is ook niet perfect, maar naar mijn mening komt het de leesbaarheid van het artikel en de autoriteit van de boodschap ten goede wanneer de spelling en grammatica klopt. Misschien is het een idee om in de toekomst de tekst te laten redigeren? 🙂 Ga verder zo door!
Eens met Lisanne, zowel wat betreft de goede boodschap als de tekstredactie. 😉 Ik struikelde ook over “snijd(t) geen geen hout” en “de plaatselijk(e) supermarkt”. Verder goed stuk!
Goed stuk over een belachelijke kwestie.
Inmiddels, toevallig genoeg een ruime twee weken na jij dit artikel openbaar gemaakt hebt, hebben we natuurlijk ook al wat gedoe over de benaming van vegetarische vleesvervangers gehad. Al betrof dat in dit geval alleen (nog) de producten van De Vegetarische Slager en werd er gelukkig redelijk snel teruggekrabbeld door de NVWA.
Als je het mij vraagt, alleen al gezien alle vraagtekens die wij bij benamingen van andere producten kunnen zetten, is het klaar als een klontje: er is ergens een groep die zich kwetsbaar voelt door de groei in de vraag naar en afname van plantaardige producten. Volgens Jaap Korteweg is dat niet de vleesindustrie, omdat deze juist enthousiast lijken en graag meewerken. Misschien zit het nog hogerop, of juist lager, bij de boeren zelf. Waar het ook vandaan komt, het lijkt mij dat er genoeg andere dingen op het gebied van voedselveiligheid en -misleiding zijn waar de NVWA en het Nederlands Rechtsysteem zich druk over zouden moeten maken…